H2.1 Moleculen en atomen les 2

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Les 2

Verbindingen en naamgeving verbindingen

NOVA 3H/V H2.1

H2 Chemische reacties

Wat is de symbool van zink

1. Z
2. Zn

Wat is de symbool van platina

1. Pl
2. Pt

Wat is de symbool van koolstof

1. C
2. Co

Wat is de symbool van waterstof

1. W
2. H

Leerdoelen

Aan het eind van deze les kun je:

• uitleggen waaruit moleculen zijn opgebouwd
  
• uitleggen wat het verschil is tussen elementen en verbindingen
  
• moleculen weergeven in molecuulformules
  
• de systematische naamgeving van moleculen toepassen
  
• beschrijven wat het verschil is tussen een scheidingsmethode, een faseovergang en chemische reacties op microniveau
  

Chemische reacties

Bij een chemische reactie verdwijnen de moleculen van de beginstoffen en worden nieuwe moleculen van de reactieproducten gevormd.

Tijdens een chemische reactie worden de atoombindingen in de moleculen van de beginstoffen verbroken. Hierna worden er nieuwe atoombindingen gevormd zodat er nieuwe moleculen ontstaan.

De atomen in een molecuul zijn met een atoombindingen met elkaar verbonden.

AANTEKENING

Molecuulformules

Elke stof heeft een naam en een molecuulformule.

In de molecuulformule staan de atoomsoorten die in het molecuul zitten en hoevéél van elkaar atoomsoort (index)

Bv 

Atoomsoorten noemen wij ook wel elementen.

Ieder element heeft een symbool. Die leer je uit je hoofd.

Met de atomen/elementen kunnen we moleculen maken.

Alle elementen staan in het Periodiek Systeem. 

Speciale moleculen die bestaan uit 2 atomen

Er zijn 7 moleculen die uit twee dezelfde atomen bestaan.

Je kan deze moleculen onthouden met dit ezelsbruggetje:

Claire Fietst Naar Haar Oma In Breda

Verbindingen

Verbindingen zijn moleculen die meer dan één atoomsoorten bevatten. 

In tabel 3 staan een aantal verbindingen met hun molecuulformules die je uit je hoofd moet kennen

H2O

1. Element
2. Verbinding

H2

1. Element
2. Verbinding

Naamgeving verbindingen

Naamgeving verbindingen

- Noteer de atoomsoorten 

- Het aantal atomen geef je aan met een telwoord (tabel 5)

- Verbindingen krijgen de uitgang -ide (tabel 4)

HUH??

Scheikunde | 3 mavo | Chemie in het klein

Naamgeving verbindingen

CO

CS2

BBr3

P2O5

Naamgeving verbindingen

koolstofdioxide

difosforpentachloride

zwaveltrioxide

stikstofmono-oxide

Geef de molecuulformule

Het indexcijfer in een molecuulformule zet je....

1. Achter het atoom waar het bij hoort
2. Voor het atoom waar het bij hoort
3. Voor het hele molecuul
4. Achter het hele molecuul

Instructie

Maken de opdrachten van §2.1 1 t/m 10

Afsluiting