Les 2

1 / 20
volgende
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, g, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Module E

Deze periode werken we met module E 
Deze module gaat over reizen, verkeer, de weg vragen en openbaar vervoer. 

Slide 3 - Tekstslide

Was machen wir heute?
1. Les 2
2. Huiswerk in agenda zetten en plannen 
3.Lesen
4.  Wörter
5.  Bewegen
6. Hören
7. Aussprache
8. Bingo!!! 
 




 

Slide 4 - Tekstslide

Pak je EF agenda
Hausaufgaben  
V2B : 26 september
V2A: 20 september
(Af)maken alle opdrachten van les 2:
Leren Worterliste B 
Du - Ne
De meeste opdrachten kun je in de les al maken!!
Noteer het in je agenda, wat in de les af is kun je alvast doorstrepen






 

Slide 5 - Tekstslide

Prüfungen P1
Periode 1 Week 35 t/m week 43

Week 41 Luistertoets
Week 42-43  proefwerkweek


Slide 6 - Tekstslide

Lesen
Kapitel 2 TB Seite 11 und 12
AB Seite 8

Lees mee! Ik lees het hoofdstuk voor, daarna krijgen jullie 10 minuten om de opdracht die bij Kapitel 2 hoort te maken. Ik loop rond voor vragen. 

 
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Lesen Antworten
 2.1 Lesen
a. zijn nichtje Christina
b. zijn kamer opruimen
c. Hij moet mee zijn nichtje op de luchthaven van Hamburg op halen

 

Slide 8 - Tekstslide

2.2 Wörter
TB Seite 3 Arbetsbuch Seite 8

Vertaal de woorden in de tabel naar het Duits.
Kijk nu welke woord in welke zin moet.







Slide 9 - Tekstslide

2.2 Antworten
2.2
1. ankommen
2. unterwegs
3. umsteigen
4. fahren ….. in den Urlaub
5. Gute Reise

Slide 10 - Tekstslide

2.3 Fragewörter
Kijk mee in je TB Seite 13
Fragewörter zijn woorden die je gebruikt om een vraag te stellen.

Lastig zijn 
wie = wer 
en 
hoe = wie
We gaan even oefenen met zinnen, ik vraag en jullie geven antwoord. 

Slide 11 - Tekstslide

2.3 Fragewörter
Hoe weet je nu het verschil tussen 
Wo     -     Wohin     - Woher?

wo = waar
wohin= waarheen ( je gaat ergens in)
woher - waar...vandaan (wat is je herkomst? waar kom je vandaan?
in het Duits 1 woord in het Nederlands 2

Aan de slag met opdracht 2.3 A & B


Slide 12 - Tekstslide

2.3 Fragewörter Antworten
2.3 A 
1. Wer
2. Was
3. Wo
4. Wohin
5. Woher
6. Wann
7. Warum
8. Welche

Slide 13 - Tekstslide

Tijd voor wat beweging

Ga even achter of naast  je stoel staan

Bring Sally up - je gaat staan
Bring Sally down - je gaat in squat houding staan, houd je
rug recht. 











Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

2.4 Hören
Luister mee naar een aantal fragmenten. 
omcirkel, nadat je het hele fragment hebt geluisterd, het juiste antwoord.

https://goethemp4s.akamaized.net/resources/files/mp454/a2_fit_modellsatz-v31.mp4

Slide 16 - Tekstslide

2.4 Hören Antworten
2.4 Hören, Sehen, Lesen
1. A
2. B
3. C
4. B
5. B

Slide 17 - Tekstslide

1.5 Aussprache
TB Seite 14, luister mee naar de uitleg over de uitspraak. 
De docent leest een zin voor en jullie zeggen deze na. 

Daarna gaan jullie samen aan de slag met de opdracht in je AB op Seite 11

Slide 18 - Tekstslide

2.2 Wörter Bingo
Boeken dicht!!!!
Je krijgt een bingokaart, hier staan de Nederlandse woordjes op.
Ik roep de woorden in het Duits, jij streept af wat je hoort. 

Alleen een volle kaart is bingo




Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide