Herhaling A&F EHBD

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ParaveterinairMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waarvoor staat de C in het ABCDE?
A
Circulaties
B
Catapult
C
Cirkel
D
Capillairen

Slide 2 - Quizvraag

Noem 3 oorzaken van een shock?

Slide 3 - Open vraag

3. Wat is de Nederlandse benaming van stupor?

Slide 4 - Open vraag

4. Wat zijn de symptomen van bloedverlies?
meerder antwoorden mogelijk

A
Sloom
B
Hard blaffen
C
Bleke slijmvliezen
D
verzwakte pols

Slide 5 - Quizvraag

5. Bij welke graad brandwond krijg je blaren?
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads

Slide 6 - Quizvraag

6. Wat bedoelen we met een niet-bijtende stof?

Slide 7 - Open vraag

7. Waarbij houd je rekening met het naderen van het dier?

Slide 8 - Open vraag

8. Bij ABCDE bij welke controleer je de hartslag?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quizvraag

9. Hoe kun je zien dat de hond lijdt aan maagtorsie?

Slide 10 - Open vraag

10. Waarom moet je een wond nooit onbedekt laten?
A
is pijnlijk
B
komen virussen in
C
komen bacteriën in
D
komen gisten in

Slide 11 - Quizvraag

11. Welke symptoom horen bij vergiftiging via de bek?

Slide 12 - Open vraag

12. Hoeveel tanden heeft een hond
A
24
B
34
C
53
D
42

Slide 13 - Quizvraag

13. Aan welke kant staat de eigenaar van de hond?
Denk aan de Latijnse benaming van de anatomische richting

Slide 14 - Open vraag

14. De hond heeft een oogbolluxatie.
Moet de hond met spoed naar de dierenarts?
A
Ja, want zeer schadelijk voor het oog
B
nee, niet levensbedreigend, maar wel naar de dierenarts

Slide 15 - Quizvraag

14. Wat is de ademhaling van een normale hond
A
25-45 pm
B
10-30 pm
C
5-25 pm
D
20-40PM

Slide 16 - Quizvraag

16. Noem 3 functies van het geraamte of skelet

Slide 17 - Open vraag

17. Wat zijn leukocyten?
A
witte bloedcellen
B
bloedplaatjes
C
Rode bloedcellen
D
bloedgroepen

Slide 18 - Quizvraag

18. Geef 3 posities van de anatomie en geef de betekenis.

Slide 19 - Open vraag

18. Noem de vier fases van wondgenezing

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide