Poëzie: rijm

Welkom!

Lesdoel:

Je kunt op het einde van een les een rijmschema maken.

Je kent op het einde van de les de begrippen alliteratie en assonantie

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Lesdoel:

Je kunt op het einde van een les een rijmschema maken.

Je kent op het einde van de les de begrippen alliteratie en assonantie

Slide 1 - Tekstslide

Deze week:
  1. Beginnen met begrippen poëzie
  2. Score eindtoets
  3. Leesvaardigheid

Slide 2 - Tekstslide

Lezen....
timer
10:00
Wat weet je over je hoofdpersoon?

Slide 3 - Tekstslide

poëzie

Slide 4 - Woordweb

Rijm

Gedichten klinken vaak mooi omdat ze rijmen. De bekendste vorm van rijm is eindrijm; daarbij hebben de woorden aan het einde van de regel dezelfde klank.

Slide 5 - Tekstslide

Rijmschema
Van het eindrijm kun je een rijmschema maken. Je geeft elke rijmklank een nieuwe letter: je noemt de klank in de eerste regel a, de volgende nieuwe klank noem je b etc.

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld

Sinterklaas zat eens te denken                      A

Wat zou hij jou eens schenken?                    A

Hij ging door de stad lopen                             B

Om een cadeautje voor jou te kopen.         B

Slide 7 - Tekstslide

Andere soorten rijm

– Alliteratie of beginrijm: de eerste medeklinkers van een aantal woorden die bij elkaar in de buurt staan, zijn hetzelfde. Bijvoorbeeld: bewogen, broer en bocht.

– Assonantie of klinkerrijm: enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan, hebben dezelfde klank, maar niet dezelfde eindletter(s). In de zin verliefdheid is het vreemde pad betreden (uit een gedicht van Patty Scholten) zijn dat vreemde en betreden; het gaat hier om de lange e-klank.

Slide 8 - Tekstslide

Ezelsbruggetje klinkers/medeklinkers


Waar hebben we er meer van? Klinkers of medeklinkers

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een voorbeeld van alliteratie

Slide 10 - Open vraag

zelfstandig werken
Maak opdracht 2 op bladzijde 39

Slide 11 - Tekstslide

Waar is dit een voorbeeld van?

Wonderlijke wereld
A
alliteratie
B
assonantie

Slide 12 - Quizvraag

Waar is dit een voorbeeld van?

Groente moet je eten
A
Alliteratie
B
Assonantie

Slide 13 - Quizvraag