Eindexamentraining: drogredenen en aanvaardbaarheid argumentatie

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoe noem je dit argumentatieschema?
A
enkelvoudige argumentatie
B
enkelvoudige onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkend onafhankelijke argumentatie argumentatie
D
meervoudige afhankelijke argumentatie

Slide 3 - Quizvraag

geen nevenschikking, het standpunt wordt met 1 argument onderbouwd.
Wat doet een argumentatieschema?
A
Argumenten geven.
B
Het verband aangeven tussen argument en standpunt.
C
Standpunten en argumenten benoemen.
D
Een redenering schematisch weergeven.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen
een argumentatiestructuur / een argumentatieschema?
A
Er is geen verschil
B
Een argumentatiestructuur maakt duidelijk hoe het standpunt en de argumenten zijn geordend t.o.v. elkaar
C
Dat zoek ik op!
D
Een argumentatiestructuur maakt samenhang duidelijk aan de hand van 6 mogelijke schema's, zoals vergelijking, kenmerk, voor- nadelen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de vraag naar een argumentatieSCHEMA moet ik antwoorden....
A
op welk schema (voor- en nadelen, kenmerken et cetera) geredeneerd wordt
B
moet ik een blokjesschema invullen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Martha is een goede schrijfster, want ze weet haar lezers altijd te boeien met haar blogposts.
Welk soort argumentatieschema is dit?
Een argumentatieschema op basis van ...

A
autoriteit
B
kenmerk/eigenschap
C
vergelijking
D
oorzaak-gevolg

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
7:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
7:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ANTWOORDEN VRAAG 32 EN 33

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden vraag 4 en 5 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ik heb geen zin in eten, want mijn vriendinnen hebben dat ook heel vaak niet en ik heb geen trek.

Welke twee drogredenen?
A
onjuist beroep op autoriteit en ontduiken van bewijslast
B
cirkelredenering en verkeerde vergelijking
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie en cirkelredenering
D
verkeerde vergelijking en onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee drogredenen?

Je weet niks van gezond leven, want je drinkt zelf ook alcohol en het is natuurlijk geen goed idee om dan advies te gaan geven.
A
onjuist oorzaak-gevolg en een cirkelredenering
B
persoonlijke aanval en bespelen van het publiek
C
verkeerde vergelijking en een onjuist oorzaak-gevolg
D
persoonlijke aanval en het ontduiken van de bewijslast

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen:
Belgen zijn slimmer dan Nederlanders. De winnaar van het Groot Dictee is immers meestal een Belg.
A
Overhaaste generalisatie
B
Oorzaak-gevolg
C
Verkeerde vergelijking
D
Cirkelredenering

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn drogredenen?
A
redenering met droge feiten
B
tegenargumenten
C
een reden die niet klopt, maar wel waarschijnlijk lijkt
D
argumenten om je standpunt te onderbouwen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welke drogredenen hebben wij het hier?

Ik heb geen zin in eten, want ik heb geen trek
A
ontduiken van bewijslast
B
cirkelredenering
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

drogredenen:
Mijn oma heeft altijd gerookt en is 95 jaar geworden. Roken is dus niet zo erg.
A
overhaaste generalisatie
B
onjuist beroep op autoriteit
C
cirkelredenering
D
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Vind je het gek dat ze niet opletten in de les?
A
Vals dilemma
B
Verkeerde vergelijking
C
Oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen weet toch dat Rutte weer premier wordt na de volgende verkiezingen.

Hier vind je 2 drogredenen
A
bespelen van het publiek
B
overhaaste generalisatie
C
onjuiste oorzaak-gevolg-relatie/causaliteit
D
ontduiken bewijslast

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies