H18: Omgeving

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Donderdag 20 september

Lezen hoofdstuk 6

Log in in LessonUp

Uitleg en oefenen fictie omgeving

Aan de slag met les 18

Fictie - ruimte

Doel:

Je leert hoe een schrijver spanning creëert met ruimtelijke beschrijvingen. 

Ik weet hoe een schrijver spanning creëert met ruimtebeschrijvingen.

😒🙁😐🙂😃

Ruimte - omgeving

Ruimte is de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt, waarin personages zich bewegen. 

• Bestaande plek: school / stad / bos
• Niet-bestaande plek of historische plaats 

Omgeving = setting

Beschrijven van ruimtes in een verhaal

Functie van ruimtes in een verhaal:

- gebeurtenissen omschrijven 

- een bepaalde sfeer weergeven.

- spanning creëren doordat het juist contrasteert met de beschreven gebeurtenissen. 

Voorbeelden

• Voorwerpen: flikkerende lampen, een kerstboom, een ambulance voor de deur.
• Geluiden: geraas van verkeer, een tikkende klok, een glas dat kapot valt.
• Weer en seizoenen: stralende zon, miezer, bittere vrieskou. 
• Tijdperken: het heden, een jaar (1940), een verre toekomst.
• Culturen: typische Japanse gerechten, personages met een dialect, jongerencultuur. 

Oefenen

We gaan kijken naar scenes uit de film ‘ Vals’.

De eerste vraag: beschrijf de ruimte waarin deze scene zich afspeelt. Let op de hiervoor geleerde theorie. 

Hoe wordt ‘ruimte’ in deze scene gebruikt?

Welke kenmerken van spanning - ruimte wordt hier gebruikt?

Ik weet hoe een schrijver spanning creëert met ruimtebeschrijving

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag 

Maken hoofdstuk 18 opdracht 1-8

Klaar afmaken hfst. 5 (1-11) en 17 (1-10)

Alle drie lessen is huiswerk voor dinsdag 24-9