1. Je kunt een gedicht schrijven.
2. Je kunt uitleggen wat beeldspraak is.
3. Je kent de begrippen: vergelijking, metafoor en personificatie.
4. Je schrijft correct Nederlands.
5. Je kunt een onderwerp bedenken thema oorlog in Oekraïne.
6. Je reflecteert op proces en product.
7. Je formuleert minimaal 2 leerdoelen formuleren (SMART)