§ 3.2 Wat levert het op?

§ 3.2 Wat levert het op?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§ 3.2 Wat levert het op?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling paragraaf 3.1
Wat zijn de kosten?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van
paragraaf 3.1 (vorige les)?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zet bij iedere productiefactor het juiste voorbeeld
Kaptitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
Bomen voor papierfabricage
Docenten op school
Eigenaar van een sportschool
Lasrobots in een autofabriek

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een broek heeft een consumentenprijs van € 59,95. Het btw-tarief is 21%. Bereken de verkoopprijs van de broek, exclusief btw.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

§ 3.2 Wat levert het op?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • hoe je de omzet, de brutowinst en het nettoresultaat berekent
  • waarom een hoge arbeidsproductiviteit belangrijk is
  • wat de productiecapaciteit van een bedrijf bepaalt
  • wat het belang is van maatschappelijk verantwoord ondernemen


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omzet - brutowinst - nettoresultaat
Omzet (verkoopopbrengst) = het totaalbedrag dat je voor de verkoop van goederen of diensten ontvangt.


Brutowinst = omzet – inkoopwaarde


Nettoresultaat (winst of verlies) = brutowinst – bedrijfskosten


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omzet - brutowinst - nettoresultaat
Voorbeeld:

Omzet
€ 960.000 
Inkoopwaarde
€ 525.000
Brutowinst
€ 435.000
Bedrijfskosten
€ 265.000
Nettoresultaat
€ 170.000 = winst

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer productie per persoon
  • Arbeidsproductiviteit = productie per persoon in een bepaalde tijd.

Arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  • technologische ontwikkelingen (automatisering en mechanisering)
  • betere arbeidsverdeling (ieder zijn eigen specialisatie)
  • scholing
  • prestatiebeloning


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekening arbeidsproductiviteit

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een fabrikant van fietsen produceert 650.000 fietsen per jaar. Er werken veertig mensen. Bereken de arbeidsproductiviteit per week.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Productie capaciteit
Productiecapaciteit = de maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productie capaciteit
De productiecapaciteit hangt af van:
  • het aantal mensuren dat in het bedrijf wordt gewerkt
  • de kapitaalgoederen die worden gebruikt
  • 100% productiecapaciteit benut =
  • alle mensen + kapitaalgoederen (machines) volledig ingezet





Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken met hoeveel procent de productiecapaciteit bij Pfizer is toegenomen ten opzichte van het oorspronkelijk doel. Rond af op één decimaal.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De toename van de productiecapaciteit kan drie oorzaken hebben. Welke?

Slide 18 - Woordweb

  • Pfizer wil efficiënter werken.
  • Er worden meer mensuren gewerkt.
  • Er worden meer / betere kapitaalgoederen (machines) gebruikt.
People, Planet, Profit

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

People, Planet, Profit
Voordelen van productie noem je maatschappelijke opbrengsten.

Productie heeft ook maatschappelijke kosten (negatieve gevolgen). Bijvoorbeeld:
  • milieuvervuiling
  • geluidsoverlast






Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MVO
Veel bedrijven doen aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo): ze houden rekening met de gevolgen van hun productie voor mens en milieu

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Maak paragraaf 4.2
Schrijf de antwoorden op in je schrift.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Leerdoelen waren voor mij duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Weet je hoe je de omzet, de brutowinst en het nettoresultaat berekent

Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Waarom een hoge arbeidsproductiviteit belangrijk is

Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat de productiecapaciteit van een bedrijf bepaalt

Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat het belang is van maatschappelijk verantwoord ondernemen

Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Extra uitleg
Kijk voor meer uitleg de volgende video's

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies