Door middel van onderstaande punten, geef je in een lopend verhaal een analyse van de gelezen boeken. Vergelijk de boeken met elkaar. Let op gebruik daarbij voorbeelden uit de gelezen boeken!
1. Spanning (open plekken, globale– en lokale spanning) 2. Tijd en ruimte (welke tijd, verteltijd, vertelde tijd, showing, telling, plaats) 3. Opbouw (chronologisch, niet-chronologisch, motorisch moment, verhaallijnen, opbouw)