Lezen 1.2 leesstrategieën, tekstdoelen, doel inleiding/slot - 4 basis

Lezen 1.2 - 4 basis
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen 1.2 - 4 basis

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- herhaling theorie 1.1
- Uitleg theorie 1.2 + oefeningen
- Maak opdrachten van 1.2
- Terugblik lesdoel

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel:
- Je kent drie leesstrategieën.
- Je weet welke vier tekstdoelen er zijn.
- Je weet wat de bedoeling is van een inleiding en een slot.

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling theorie 1.1
- Het belang van leesvaardigheid

- Het eindexamen Nederlands

- Vragen in het eindexamen leesvaardigheid

Slide 4 - Tekstslide

Welke manieren van lezen ken je nog?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Je bekijkt de titel, de deeltitels, de illustraties en de onderschriften. Je leest de inleiding en het slot.

Welke manier van lezen is dat?
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen

Slide 7 - Quizvraag

Je leest alle alinea's en je zoekt naar signaalwoorden.

Welke manier van lezen is dat?
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen

Slide 8 - Quizvraag

Je leest het gedeelte van de tekst waar het antwoord op je vraag te vinden is.

Welke manier van lezen is dat?
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen

Slide 9 - Quizvraag

Welke tekstdoelen ken je nog?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Bij een informatieve tekst wil de schrijver de lezer...
A
instructie of informatie geven
B
overtuigen van zijn mening
C
overhalen om iets te doen
D
vermaken

Slide 12 - Quizvraag

Bij een amuserende tekst wil de schrijver de lezer...
A
instructie of informatie geven
B
overtuigen van zijn mening
C
overhalen om iets te doen
D
vermaken

Slide 13 - Quizvraag

Bij een activerende tekst wil de schrijver de lezer...
A
instructie of informatie geven
B
overtuigen van zijn mening
C
overhalen om iets te doen
D
vermaken

Slide 14 - Quizvraag

Bij een overtuigende tekst wil de schrijver de lezer...
A
instructie of informatie geven
B
overtuigen van zijn mening
C
overhalen om iets te doen
D
vermaken

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het doel
van deze tekst?

A
informeren
B
activeren/overhalen
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

In een inleiding kan de schrijver:
A
een aanbeveling doen
B
een gebeurtenis beschrijven
C
een conclusie trekken

Slide 21 - Quizvraag

Wat kan een schrijver NIET in de inleiding doen?
A
een aanbeveling doen
B
een gebeurtenis beschrijven
C
een vraag over het onderwerp stellen
D
een mening over het onderwerp geven

Slide 22 - Quizvraag

In het slot kan de schrijver:
A
een mening over het onderwerp geven
B
een vraag over het onderwerp stellen
C
een aanbeveling doen

Slide 23 - Quizvraag

Wat kan een schrijver NIET in het slot doen?
A
de belangrijkste informatie uit de tekst kort samenvatten
B
een vraag over het onderwerp stellen
C
een aanbeveling doen
D
een conclusie trekken

Slide 24 - Quizvraag

Aan het werk
- Maak van 1.2, opdr. 1 t/m 5 (blz. 16-20)

- Klaar? --> leer de theorie van de examenhulp 1.4 (blz. 50-53)
 
- Terugblik lesdoel

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk: Maak van 1.2, opdr. 1 t/m 5 (blz. 16-20).

Lesdoel:
- Je kent drie leesstrategieën.
- Je weet welke vier tekstdoelen er zijn.
- Je weet wat de bedoeling is van een inleiding en een slot.

Slide 26 - Tekstslide