In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 135 min
Onderdelen in deze les
Dsdag 6 juni Lesweek 4
Slide 1 - Tekstslide
Lesprogramma
Refresh Your Mind: Quiz
Terugblik huiswerk
Leerdoelenkaart thema 2
Thema 3 | Inchecken bagage
Slide 2 - Tekstslide
Recap lesweek 1
Terugblik op theorie en opdrachten uit modulereader en boek LVD K2 van lesweek 3
Slide 3 - Tekstslide
Welk document wordt door landen het vaakst erkend als geldig reisdocument? (1/16)
A
Paspoort
B
ID
C
Maakt niet uit
Slide 4 - Quizvraag
Noem zoveel mogelijk verschillende soorten paspoorten (2/16)
Slide 5 - Open vraag
Wanneer is het handig een 2e paspoort te hebben? (3/16)
A
het is slim om een reserve paspoort in huis te hebben
B
je reist veel, je ppt kan dan naar ambassade voor een visum
C
voor als je paspoort gestolen of kwijt is
D
2-de is voor de helft van de prijs
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een gewoon en een zakenpaspoort? (4/16)
A
Niets
B
De kleur van de kaft
C
Het aantal bladzijden
D
De titel van het paspoort
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet het paspoort dat je krijgt wanneer je voor de overheid werkt? (5/16)
A
Regeringspaspoort
B
Diplomatiek paspoort
C
Staten paspoort
D
Overheidspaspoort
Slide 8 - Quizvraag
Bij diefstal, verlies of verdwijning van je ID of paspoort kan je op Schiphol gratis een noodpaspoort bij de Koninklijke Marechaussee aanvragen. (6/16)
A
Juist
B
Niet juist
Slide 9 - Quizvraag
Wanneer wordt dit paspoort uitgegeven? (7/16)
Slide 10 - Open vraag
Waaraan herken je een vreemdelingen / vluchtelingen paspoort? (8/16)
A
Kleur van paspoort
B
Twee strepen links bovenaan paspoort
C
Titel van paspoort
D
Vorm van het paspoort
Slide 11 - Quizvraag
Zeelieden hebben genoeg aan alleen hun 'zeemannen boek' als ze reizen (9/16)
A
Juist
B
Niet juist
Slide 12 - Quizvraag
Noem zoveel mogelijk soorten visa (10/16)
Slide 13 - Open vraag
Wat is een TWOV? (11/16)
A
Een visum om vrij binnen Schengen te reizen
B
Een visum vrij binnen de Europese Unie te reizen
C
Een visum dat toegang geeft tot Rusland
D
Een regeling tussen landen voor pax die alleen een transit op de luchthaven maken.
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet het visum wat je nodig hebt voor de USA? (12/16)
A
ETA
B
ETAS
C
ESTA
D
ETSA
Slide 15 - Quizvraag
Waarop check je een visum?(13/16)
Slide 16 - Open vraag
Wat betekent API? (14/16)
A
Authorised Passenger Information
B
Advanced Passenger Information
C
Advanced Personal Information
D
Authorised Passenger Information
Slide 17 - Quizvraag
Voor hoeveel binnenkomsten is dit Schengen visum geldig? (15/16)
Slide 18 - Open vraag
Noem zoveel mogelijk Schengen landen (16/16)
Slide 19 - Open vraag
Zelfstudie: Opdrachten
2.17
4.12 en 4.13
4.17 en 4.18
4.23 en 4.24
4.25 en 4.26
Slide 20 - Tekstslide
Terugblik op huiswerk
Slide 21 - Tekstslide
stdeltion.sharepoint.com
Slide 22 - Link
Zelfstudie/huiswerk Opdrachten
2.17
4.12 en 4.13
4.17 en 4.18
4.23 en 4.24
4.25 en 4.26
Slide 23 - Tekstslide
stdeltion.sharepoint.com
Slide 24 - Link
Thema 3 | Inchecken bagage
(blz. 30 - 38 modulereader)
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Self Service Check In (SSCI)
Passagier checkt zichzelf in bij SSCI kiosk en print een BP uit
Passagier brengt vervolgens zijn koffer naar de SSDOP om zelf label te printen
Slide 27 - Tekstslide
Full service
Passagier wordt volledig ingecheckt aan de balie door een PGSA
Reisdocumenten worden gecontroleerd, bagage ingecheckt en gelabeld en passagier ontvangt instapkaart.
Slide 28 - Tekstslide
Hoe handel je bagage af?
Laat de passagier de bagage op de band zetten;
Voer het gewicht van de koffer in in DCS en print een bagagelabel uit;
Bevestig het bagagelabel aan de koffer
Slide 29 - Tekstslide
Overbagage
Wanneer de passagier meer stuks of meer kilo aan bagage bij zich heeft dan toegestaan (excess baggage)
De passagier zal extra moeten betalen voor extra bagagevrijdom (baggage allowance)
Slide 30 - Tekstslide
Betalen voor overbagage
Elke airline hanteert zijn eigen tarieven;
Online: Voorafgaand aan de reis tijdens tijdens boeken van de reis (goedkoper!);
Op de luchthaven tijdens check-in:
Met credit card/bankpas bij de full service balie
Met contant geld (cash) bij de overbagagekas of ticket balie
Slide 31 - Tekstslide
Weight concept: maximum aan gewicht, hoeveelheid koffers maakt niet uit
Piece concept: maximum aan gewicht en aantal stuks
Slide 32 - Tekstslide
Signaleringslabel: Heavy label
Ruimbagage zwaarder dan 23 kg met maximum van 32 kg
Geldt als waarschuwing voor bagagemedewerkers
Slide 33 - Tekstslide
Arbo wet
Koffers mogen nooit zwaarder wegen dan 32 kg ter bescherming van medewerkers die de bagage afhandelen
Koffers die zwaarder zijn dan 32 kg worden door een vrachtvliegtuig meegenomen
Vracht wordt in het Engels Cargo genoemd
Slide 34 - Tekstslide
Claimtag
Bewijs voor passagier dat bagage is ingecheckt
Op claimtag staat belangrijke info:
Naam passagier
PNR
Aantal stuks en gewicht
Route (itenerary)
Barcode
Slide 35 - Tekstslide
Rol PGSA bij overbagage
Laat passagier bagage op de band zetten
Benoem dat er sprake is van overbagage
Benoem de kosten
Vraag aan de passagier of hij de overbagage wil betalen
Voer het gewicht in in DCS en laat passagier betalen (met kaart aan de balie/cash bij overbagagekas)