M1.2 - Departures Check-in 2 - les 4 - NL

Programma Thema 3 (deel 1)
  • Leerdoelen
  • Terugblik les 3
  • Bespreken thema 3 (3.1/3.2/3.3)
  • Rollenspel thema 3 en maken opdrachten
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
LuchtvaartdienstverlenerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Programma Thema 3 (deel 1)
  • Leerdoelen
  • Terugblik les 3
  • Bespreken thema 3 (3.1/3.2/3.3)
  • Rollenspel thema 3 en maken opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • een passagier en zijn bagage afhandelen aan de full service balie
  • een passagier controleren op reisdocumenten en zijn bagage
  • zorgen voor een vloeiend verloop van het bagageproces en de procedures voor bagageregeling toepassen 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik les 3:
       
           Soorten paspoorten en visa herkennen

Slide 3 - Tekstslide

(1/12) Wanneer is het handig een 2e paspoort te hebben?
A
het is slim om een reserve paspoort in huis te hebben
B
je reist veel, je ppt kan dan naar ambassade voor een visum
C
voor als je paspoort gestolen of kwijt is
D
2e is voor de helft van de prijs

Slide 4 - Quizvraag

(2/12) Waarom heeft een zakenpaspoort meer bladzijden?
A
zodat er meer visa stempels/sticker in kunnen
B
voor dat paspoort is meer betaald

Slide 5 - Quizvraag

(3/12) Hoe heet het paspoort dat je krijgt wanneer je voor de overheid werkt?
A
regeringspaspoort
B
diplomatiek paspoort

Slide 6 - Quizvraag


(4/12) Een noodpaspoort kun je aanvragen bij de KonMar op Schiphol bij genoeg tijd voor vertrek:
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 7 - Quizvraag

(5/12) Waar herken je een vreemdelingen paspoort aan?
A
aan de kleur
B
aan de 2 strepen linksboven

Slide 8 - Quizvraag

(6/12) Zeelieden hebben genoeg aan alleen hun 'zeemannen boek' als ze reizen
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quizvraag

(7/12) Wat is een laissez-passer?
A
een handgeschreven paspoort om naar huis te kunnen reizen
B
een vluchtelingenpaspoort

Slide 10 - Quizvraag

Noem zoveel mogelijk soorten visa (10/16)

Slide 11 - Open vraag

Wat is een TWOV? (11/16)
A
Een visum om vrij binnen Schengen te reizen
B
Een visum vrij binnen de Europese Unie te reizen
C
Een visum dat toegang geeft tot Rusland
D
Een regeling tussen landen voor pax die alleen een transit op de luchthaven maken.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe heet het visum wat je nodig hebt voor de USA? (12/16)
A
ETA
B
ETAS
C
ESTA
D
ETSA

Slide 13 - Quizvraag

Waarop check je een visum?(13/16)

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent API? (14/16)
A
Authorised Passenger Information
B
Advanced Passenger Information
C
Advanced Personal Information
D
Authorised Passenger Information

Slide 15 - Quizvraag

Voor hoeveel binnenkomsten is dit Schengen visum geldig? (15/16)

Slide 16 - Open vraag

Noem zoveel mogelijk Schengen landen (16/16)

Slide 17 - Open vraag

Self service
Full service

Slide 18 - Tekstslide

Self service
  • passagier checkt zichzelf in bij SSCI kiosk
  • passagier brengt vervolgens zijn koffer naar de SSDOP om zelf label te printen 

Slide 19 - Tekstslide

Full service
  • passagier wordt volledig ingecheckt aan de balie door een PGSA
  • reisdocumenten worden gecontroleerd, bagage ingecheckt en passagier ontvangt instapkaart 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe handel je bagage af?
  • laat de passagier de bagage op de band zetten
  • voer het gewicht van de koffer in in DCS en print een bagagelabel uit
  • bevestig het bagagelabel aan de koffer 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wanneer bagage niet 'normaal' is...
  • overbagage
  • afwijkende bagage
  • bijzondere bagage 

Slide 23 - Tekstslide

Overbagage            (excess baggage):
  • wanneer de passagier meer stuks of meer kilo aan bagage bij zich heeft dan toegestaan (excess baggage)
  • de passagier zal extra moeten betalen voor extra bagagevrijdom (baggage allowance)

Slide 24 - Tekstslide

Betalen voor ruimbagage:
  • online tijdens boeken van de reis (goedkoper!)

  • op de luchthaven tijdens check-in
- met credit card/bankpas bij de full service balie
- met contant geld (cash) bij de overbagagekas 

  • elke airline hanteert zijn eigen tarieven

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Weight concept
  • de airline staat een vast aantal kilo's toe -mag over aantal stuks bagage verdeeld worden
  • info is te vinden in het ETKT

Slide 27 - Tekstslide

Piece concept
  • de airline staat een bepaald aantal stuks toe met een maximum aan kilo's
  • info is te vinden in het ETKT 

Slide 28 - Tekstslide

Arbo wet
Koffers mogen nooit zwaarder wegen dan 32 kg ter bescherming van medewerkers die de bagage afhandelen. 
Denk aan:
  • PGSA
  • bagagekelder & platform medewerkers

Slide 29 - Tekstslide

Cargo
Als een passagier een koffer wil inchecken die zwaarder is dan 32 kg dan moet hij het als vracht (cargo) verzenden

Slide 30 - Tekstslide

Heavy label
  • als ruimbagage >  23 kg is moet er een heavylabel omheen
  • geldt als waarschuwing voor bagagemedewerkers

Slide 31 - Tekstslide

Claimtag
  • Bewijs voor passagier dat bagage
      is ingecheckt
  • Op claimtag staat belangrijke info:
  1. Naam passagier 
  2. PNR
  3. Aantal stuks en gewicht
  4. Route (itenerary)
  5. Barcode

Slide 32 - Tekstslide

Rol PGSA bij overbagage:
  • laat passagier bagage op de band zetten
  • benoem dat er sprake is van overbagage
  • benoem de kosten
  • vraag aan de passagier of hij de overbagage wil betalen
  • voer het gewicht in in DCS en laat passagier betalen (met kaart aan de balie/cash bij overbagagekas)
  • print label uit en bevestig aan de koffer
  • geef de claimtag aan de passagier 

Slide 33 - Tekstslide

Groep 1: rollenspel 3

Slide 34 - Tekstslide

Bijna klaar....

Slide 35 - Tekstslide

Zelfstudie

Opdracht 8.14 en 9.05 uit LVD K2 (blz. 207 & 235)
 


Opdrachten uit boek LVD K2 

Slide 36 - Tekstslide