Een zout herkennen
1 / 15
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Zinknitraat en koperchloride worden allebei apart opgelost in water. Hierna worden ze bij elkaar gegooid, ontstaat er een neerslag?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Aluminiumbromide en zilverfluoride zijn beide apart opgelost in water en daarna bij elkaar gegoten. Ontstaat er neerslag?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
1 van 2 zouten is opgelost in water NaCl of NaI. Zou KF een goed zout zijn om te kunnen achterhalen of je NaCl of NaBr hebt? Leg uit.
Slide 7 - Open vraag
1 van 2 zouten is opgelost in water NaCl of NaI. Zou AgF een goed zout zijn om te kunnen achterhalen of je NaCl of NaBr hebt? Leg uit.
Slide 8 - Open vraag
Welk zout zou dan wel kunnen aantonen of je NaCl of NaI hebt?
Slide 9 - Open vraag
Je hebt twee potjes met een in water opgelost zout. In potje één zit een blauwe vloeistof in potje twee zit een heldere, kleurloze vloeistof. Bekend is dat het negatieve ion in de blauwe vloeistof het chloride ion is. Wat is het positieve ion?
Slide 10 - Open vraag
Je giet het blauwe mengsel bij het kleurloze mengsel. Er ontstaat een neerslag. Het kleurloze mengsel bevat natriumfosfaat of natriumsulfaat. Welk zout zit er in dit potje?
A
Natriumfosfaat
B
Natriumsulfaat
Slide 11 - Quizvraag
Stel de neerslagvergelijking op.
Gebruik voor de index _, voor de ladingen ^ en voor de pijl >. Vb: Na^+ + SO_4^2-> Na_2SO_4
Gebruik voor de index _, voor de ladingen ^ en voor de pijl >. Vb: Na^+ + SO_4^2-> Na_2SO_4
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Om te kunnen achterhalen of we het zout CuSO_4 of CaSO_4 hebben worden de zouten in de fik gestoken. De vlam is groen. Welk zout is dit?
A
CaSO_4
B
CuSO_4
