Les 3: Botten

• Natuur & Techniek
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 4

Hoe zat het ook alweer?

Dieren passen zich aan hun omgeving aan.

Hoe hebben verschillende vogels zich aangepast?

Hoe zat het ook alweer?

Alles organismen zijn opgebouwd uit cellen.

In elke cel zit een celkern met daarin DNA.

Wat doet dat DNA?

Hoe zat het ook alweer?

Een groep cellen met dezelfde functie vormt samen een orgaan.

Wat leer je vandaag?

Ik ken de functie van skeletten.

Ik ken het verschil tussen gewervelde en ongewervelde dieren.

Welke dieren zijn dit?

Wervels

Zoogdieren, vissen, vogels, reptielen en amfibieën hebben wervels. Samen vormen ze de wervelkolom of ruggengraat.

 We noemen het daarom gewervelde dieren. Zij hebben een inwendig skelet.

Alle gewervelde dieren hebben hetzelfde bouwplan.

De graten van een vis zijn botten

Gewervelde dieren hebben hetzelfde bouwplan

Geen botten

Dieren zonder wervelkolom noemen we ongewervelde dieren.

Spinnen en insecten hebben geen wervelkolom, maar een pantser: een uitwendig skelet.

Andere ongewervelde dieren hebben helemaal geen skelet.

Wat voor dier is dit?

Wat voor dieren zijn dit?

Vogelspin

Slak

Kwal

Dingo

Spinosaurus

Mug

Dolfijn

Aanpassing

"Survival of the fittest"

-Charles Darwin

Hoe heeft de mens zich aangepast aan de omgeving?

Aan de slag

Maak opdracht 1 t/m 8 

(blz. 12 t/m 15)