20-21 / Goederenstroom H2 par. 2.4 t/m 2.6

Goederenstroom
Klas 1HODC
Opleiding Ondernemer Retail
Schooljaar 2020-2021
Docent: mevrouw Jansen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Goederenstroom
Klas 1HODC
Opleiding Ondernemer Retail
Schooljaar 2020-2021
Docent: mevrouw Jansen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen deze les?
  • Uitleg par. 2.4 - Opslagmiddelen
  • Uitleg par. 2.5 - Behandeling van goederen
  • Uitleg par. 2.6 - Aandachtspunten bij goederenopslag
  • Afgewisseld met interactieve vragen

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen:
Je leert de aandachtspunten van het proces goederenopslag:
  1. Je leert welke opslagmethoden (opslagmiddelen) er zijn. 
  2. Je leert de relatie tussen opslag van goederen en (fysieke) eigenschappen (zoals aantal, grootte, gewicht, omzetsnelheid, houdbaarheid)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opslaan van artikelen (in een magazijn) (2.4)
Doel:
  • Niet belangrijk dat je de artikelen mooi presenteert.
  • Wel belangrijk dat de artikelen goed bewaard worden.
Dit betekent
  • Zo weinig mogelijk risico en
  • Een bij het product passend opslagmiddel

Slide 7 - Tekstslide

Opslaan artikelen in een magazijn
  • Je moet de verschillende opslagmethoden kennen.
  • Je moet de juiste opslagmethoden bij de producten kennen en waarom. Bijvoorbeeld:
            - vaatwasmachine op een pallet 
            - diepvriesproducten in een vriescel met een temperatuur van -18 °C
            - groente/fruit/vlees/vis in een koelcel met een temperatuur van 2 °C tot 5 °C
            - tegels en kerstbomen bijv. buiten
            - diefstalgevoelige artikelen in een afgesloten ruimte in het magazijn en niet dicht bij een in- of uitgang
            - etc. 
  • Op de volgende dia zie je welke verschillende opslagmiddelen er zijn om producten op te slaan.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het doel van het opslaan van artikelen?

Slide 10 - Open vraag

Welke van onderstaande goederen zou je in een stelling op kunnen slaan?
A
Kleding
B
Vaatwasmachines
C
Diepvriesproducten
D
Geen van de antwoorden

Slide 11 - Quizvraag

Het soort stelling dat het meeste gebruikt wordt, is de vakstelling. Wat is een voordeel van zo'n vakstelling?
A
Je kunt er zware artikelen in kwijt
B
Je gebruikt dit voor diefstalgevoelige artikelen
C
Je kunt goederen overzichtelijk en efficiënt opslaan
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quizvraag

Hoe worden televisietoestellen opgeslagen in een magazijn?
A
In een magazijnstelling
B
Op de vloer
C
In een koel- of vriescel
D
Op een pallet

Slide 13 - Quizvraag

Behandeling van goederen (2.5)
  • Goede opslag van goederen is van belang om derving te voorkomen.
  • Pictogrammen op verpakkingen geven al aan waar je rekening mee moet houden bij het
     opslaan, het vervoer van het artikel naar de winkel en het plaatsen in de winkel.

Slide 14 - Tekstslide


A
Niet stapelen
B
Deze zijde boven
C
Hier openen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Opslag gevaarlijke stoffen
  • De regels hiervoor staan in PGS15 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen)
  • Er staat in hoe en in welke hoeveelheden je gevaarlijke stoffen mag
     opslaan.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

NVWA
  • Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
  • Onderdeel van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
  • Beoordeelt de veiligheid van producten die consumenten kunnen kopen.
  • Controleert of bedrijven voldoen aan de wettelijke eisen die gelden voor bepaalde
     producten.
  • Die eisen kunnen per branche verschillen.

Slide 19 - Tekstslide

Aandachtspunten goederenopslag (2.6)
  • Je moet de relatie kennen tussen opslag van goederen en
     (fysieke) eigenschappen (zoals aantal, grootte, gewicht, omzetsnelheid,
     houdbaarheid).
  • Dus je houdt bij de opslag van goederen rekening met de hierboven
     genoemde eigenschappen.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Op de volgende dia's geef ik een aantal voorbeelden bij de vijf aandachtspunten.
  • Deze aandachtspunten worden in je boek toegelicht in par. 2.6

Slide 22 - Tekstslide

Aantal
  • Minimum
     - geen 'nee' verkoop 
  • Maximum
     - kosten verbonden aan het houden van voorraad
     - meer kans op derving als goederen langer liggen, etc.

Slide 23 - Tekstslide

Grootte
  • Kleine artikelen in een vakstelling
  • Grote artikelen op een pallet of op de grond

Slide 24 - Tekstslide

Gewicht
  • Zware artikelen niet te hoog

Slide 25 - Tekstslide

Kans op derving
  • Kans op derving verkleinen door juiste opslag bijv. geen zware dozen op breekbare artikelen zetten.

Slide 26 - Tekstslide

Eigenschappen
  • Grootte en gewicht (zoals we al eerder zagen)
  • Maar bijv. ook breekbaar, makkelijk opvouwbaar, ontvlambaar, makkelijk
      bederf.
  • Kleding sla je bijv. anders op dan groente en fruit.

Slide 27 - Tekstslide

Omzetsnelheid
  • Is het aantal keren dat de gemiddelde voorraad van een artikel in een
     bepaalde periode (meestal een jaar) wordt verkocht.
  • Fast movers op een plek waar je ze makkelijk kunt pakken.
  • Slow movers bijvoorbeeld achter in het magazijn.

Slide 28 - Tekstslide

Aandachtspunten goederenopslag?

Slide 29 - Woordweb

Huiswerk /voorbereiding volgende week online les
  • Maken H2 (par. 2.4 t/m 2.6) - vraag 21 t/m 30 op pag. 83 t/m 85 in je boek
  • Huiswerkopdracht zie in Teams
  • Doorlezen par. 2.7 en 2.8 als voorbereiding op de online les volgende
     week woensdag

Slide 30 - Tekstslide