Toets Voeding en Vertering W & B

Toets voeding en vertering
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Toets voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

start
zodra je begonnen bent, begint de tijd te lopen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het doel van spijsvertering?
A
Voedingsstoffen verteren ( kleiner maken) om eventueel opgenomen te worden
B
Voedingstoffen eten
C
Voedingstoffen uitpoepen zodat je schoner bent
D
Om je eten zo goed mogelijk eetbaar te maken zodat je meer energie krijgt.

Slide 3 - Quizvraag

Voedingsmiddelen zijn...
A
eten
B
drinken
C
het dagelijkse patroon van eten en drinken
D
alles wat je eet en drinkt

Slide 4 - Quizvraag

Voedingsstoffen zijn ..
A
water, vitaminen en mineralen
B
eiwitten, vetten en koolhydraten
C
belangrijke stoffen uit voedingsmiddelen die je lichaam nodig heeft
D
eten en drinken

Slide 5 - Quizvraag

Geef de naam van onderdeel C
A
de lever
B
de dunne darm
C
de alvleesklier
D
de maag

Slide 6 - Quizvraag

Een taak van maag is ....
A
koolhydraatvertering ( Zetmeelvertering)
B
vetvertering
C
eiwitvertering
D
vitaminevertering

Slide 7 - Quizvraag

Geef de naam van onderdeel J ( kijk goed)
A
de lever
B
de galblaas
C
de alvleesklier
D
de maag

Slide 8 - Quizvraag

Speeksel in de mond is belangrijk. Het zorgt er voor dat ...
A
eiwitten verteerd worden
B
koolhydraten verteerd worden
C
vetten verteerd worden
D
vitaminen verteerd worden

Slide 9 - Quizvraag

Welke taak hoort bij welk orgaan? Maak de juiste combinatie
eiwitvertering
koolhydraat-
vertering
galproductie
opname voedingsstoffen

Slide 10 - Sleepvraag

Brandstof
Bouwstof
Beschermende stof
Vetten
Water
Vitamines
Mineralen
Eiwitten
Mineralen
Vetten
Koolhydraten

Slide 11 - Sleepvraag

Vetten
Water
Koolhydraten
Eiwitten
Vitamines mineralen

Slide 12 - Sleepvraag

MAAG
LEVER
DUNNE DARM
DIKKE 
DARM
TWAALF
VINGERIGE 
DARM
SPEEKSEL

-productie zoutzuur
-enzym verteerd eiwit voor een deel
-Groot oppervlak
-enzymen verteren eiwitten, koolhydraten & vetten
-opname stoffen
-Maakt gal wat vetten emulgeert
-Bevat enzym wat zetmeel verteerd
-onttrekt water uit voedselbrij
-opname water in bloed
-Hier mengen gal & alvleessap met de voedselbrij

Slide 13 - Sleepvraag

Hiernaast zie je een Kleurtjes keten. Dat is een voedingsstof. Je ziet ook een schaar die de keten opknipt. De schaar heeft de rol van:
A
Een energie
B
Enzymen
C
Eiwit
D
Koolhydraat

Slide 14 - Quizvraag

In welk van deze sappen zitten enzymen om koolhydraten te verteren ?
Verteert koolhydraten
Verteert geen koolhydraten
Maagsap
Darmsap
Speeksel
Alvleessap

Slide 15 - Sleepvraag

De maag zit tussen de dunne darm en de twaalfvingerige darm
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Een biefstuk is een plantaardig voedingsmiddel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Bij pasteuriseren gaan alle bacteriën en schimmels dood.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Tot welk vak behoort bloemkool?
A
Groen
B
Geel
C
Roze
D
Oranje

Slide 19 - Quizvraag

Iemand heeft diarree. Welk orgaan werkt dan niet goed?
A
Dikke darm
B
Endeldarm
C
Slokdarm
D
In de twaalfvingerige darm

Slide 20 - Quizvraag

Je ziet hier de Maaltijdschijf. Aardappels horen in het ...
A
vak van de groente
B
vak van brood en zetmeel producten
C
vak van het vocht
D
vak van vlees en eiwit

Slide 21 - Quizvraag

Je ziet hier de Maaltijdschijf. Smeerkaas hoort in het ...
A
vak van de groente
B
vak van brood en zetmeel producten
C
vak van het vocht
D
vak van vlees en eiwit

Slide 22 - Quizvraag

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 06 is ...
A
dunne darm
B
twaalfvingerige darm
C
endeldarm
D
dikke darm

Slide 23 - Quizvraag

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 11 is ...
A
maag
B
lever
C
alvleesklier
D
galblaas

Slide 24 - Quizvraag

Enkele beweringen over gal:

1) Gal bevat enzymen voor de vetvertering
2) Gal verdeelt grote vetdruppeltjes in kleinere vetdruppeltjes
3) Gal wordt gemaakt in de lever

Welke beweringen is/zijn juist?
1
2
3

Slide 25 - Sleepvraag

Je ziet hier een afbeelding van de spijsverteringsorganen. De naam van nummer 03 is ...
A
maag
B
lever
C
alvleesklier
D
galblaas

Slide 26 - Quizvraag

Je ziet hier een stukje dunne darm met een paar darmvlokken.
Wat is de reden dat de dunne darm plooien en darmvlokken heeft?
A
Dan gaat de voedselbrij langzamer door de darm
B
Dat zorgt voor oppervlaktevergroting waardoor er meer plek is voor stofwisseling
C
Dat zorgt voor betere darmperistaltiek
D
Dat zorgt voor een betere mechanische vertering

Slide 27 - Quizvraag

Eiwitten zijn in het lichaam het meest nodig als ..
A
brandstof
B
bouwstof
C
energie
D
reservestof

Slide 28 - Quizvraag

Vetten zijn in het lichaam het meest nodig als ..
A
brandstof
B
bouwstof
C
energie
D
reservestof

Slide 29 - Quizvraag

De lever maakt gal. Gal is belangrijk voor ..
A
eiwitvertering
B
vetvertering
C
koolhydraatvertering
D
vitaminevertering

Slide 30 - Quizvraag

Als de alvleesklier zijn werk niet goed doet ontstaan er problemen in de spijsvertering. Welke?
A
voeding wordt niet ontzuurd en verteerd
B
vetten worden niet verteerd
C
koolhydraten worden niet veteerd
D
eiwitten worden niet verteerd

Slide 31 - Quizvraag

Maagzuur is belangrijk om...
A
bacteriën te doden
B
vetten te verteren
C
koolhydraten te verteren
D
mineralen op te nemen

Slide 32 - Quizvraag

Ons voedsel bestaat uit vele soorten voedingsmiddelen. Sla en fruit zijn...
A
plantaardig
B
dierlijk
C
planterig
D
dieraardig

Slide 33 - Quizvraag

Ons voedsel bestaat uit vele soorten voedingsmiddelen. Vlees en kaas zijn...
A
plantaardig
B
dierlijk
C
planterig
D
dieraardig

Slide 34 - Quizvraag

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen maken voedingsstoffen kleiner
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 35 - Quizvraag

Hoe werken enzymen? Zet in de juiste volgorde.
Er vormt een enzym-substraat complex
Een enzym bindt zich aan substraat
Het enzym versnelt een reactie bij het substraat
Er vormt een product
Het product verlaat het enzym-substraatcomplex

Slide 36 - Sleepvraag

Wat is de functie van enzymen?

Slide 37 - Open vraag

Wat is poep eigenlijk?

Slide 38 - Open vraag

Extra punten?
Wil je graag mega extra punten? Dan ga je een tekening maken.
  • Teken de spijsvertering van mond tot endeldarm. (3p)
  • Teken de belangrijkste organen bij, met naam.(2p)
  • Je persoon gaat een pizza eten: een Pizza Hawaai (heeft kaas, ananas en ham). Beschrijf zoveel je wil waar de betrokken voedingsstoffen verteerd worden ( in tekening of tekst, 3p)
  • Benoem waar uiteindelijk alles opgenomen wordt in het lichaam.(1p)
  • Benoem zoveel bijhorende feitjes mogelijk tijdens het verteren. (.5 punt per thema 7 feit)

Succes.

Slide 39 - Tekstslide

Einde van de toets
Je bent nu klaar met de toets

Slide 40 - Tekstslide