(On)gezond periode 4 § 5 Online informerende teksten

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

(On)gezond periode 4

Slide 5 - Tekstslide

Programma
Lesdoelen 
  • Nakijken opdracht 4, 5, 6
  • Herhaling 
  • § 5 Online informerende teksten

  • Je leert online informerende teksten te lezen

Slide 6 - Tekstslide

§ 3 Online informatie beoordelen
Wanneer je op zoek bent naar informatie voor bijvoorbeeld een werkstuk of een opdracht, kun je online informatie zoeken. Je moet altijd controleren of de informatie die je wilt gebruiken, betrouwbaar is.

Slide 7 - Tekstslide

§ 3 Online informatie beoordelen

  • Controleer de bron (waar het vandaan komt) en de maker (wie het gemaakt heeft). 

  • Een bijdrage op een professionele nieuwssite die geschreven is door journalisten (zoals NOS Stories, RTL Nieuws of de website van een krant) is vaak betrouwbaarder dan een post op sociale media van een onbekende bron.

Slide 8 - Tekstslide

§ 3 Online informatie beoordelen
  • Controleer de inhoud. Controleer de feiten en vergelijk ze met andere bronnen over het onderwerp. Zo kun je bepalen of de inhoud klopt.
  • Let op het doel. Wil de maker je informeren of wil hij je overhalen iets te kopen? Let ook op of er ‘Advertentie’ boven een bron staat. Dit betekent dat deze plek is gekocht door een bedrijf om reclame te maken.

Slide 9 - Tekstslide

§ 3 Online informatie beoordelen
  • Controleer de datum waarop een tekst of video gemaakt is. Als de tekst lang geleden is geschreven, kan het zijn dat de inhoud niet meer klopt.
  • Let op het taalgebruik. In betrouwbare bronnen is de taal vaak zakelijk of serieus. Als in een tekst veel spelfouten, hoofdletters of uitroeptekens staan, is hij waarschijnlijk niet betrouwbaar.

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 4, 5 en 6

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 4

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 4

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 4

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 5

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 6

Slide 16 - Tekstslide

§ 5 Online informerende teksten

Slide 17 - Tekstslide

§ 5 Online informerende teksten
  • Een informerende tekst lees je als je iets wilt leren of te weten komen. 
  • Voorbeelden van informerende teksten zijn nieuwsberichten, reportages, bijsluiters van medicijnen of informatie uit een leerboek. 
  • Het taalgebruik van informerende teksten is serieus. Online kun je heel veel informerende teksten vinden. 
  • Het helpt dan als je weet hoe je snel de juiste informatie kunt vinden in zo’n tekst.

Slide 18 - Tekstslide

Zo vind je snel de juiste informatie in een online tekst
  • Gebruik de zoekfunctie op de site of zoek met Control F.

  • Let op hoe de website in elkaar zit. In de bovenbalk of in het menu zie je vaak de verschillende deelonderwerpen die je op de site kunt vinden.

Slide 19 - Tekstslide

Zo vind je snel de juiste informatie in een online tekst
  • Let op kleuren, vetgedrukte tekst of hyperlinks om te zien op welke pagina van de website je bent.

  • Let op hyperlinks, dit zijn koppelingen naar meer informatie over dat onderwerp. Hyperlinks zijn vaak blauw en/of onderstreept.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 1
Bekijk tekst 1, een pagina van de website van thuisarts.nl. Deze website is gemaakt door huisartsen.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 1

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 1
Vraag
1. Wat is het doel van deze website?

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 1
Antwoord
1. Informatie geven over ziektes

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 1
Vraag
2. Waar zie je snel welke onderwerpen je op deze pagina kunt vinden?

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 1
Antwoord
2. In het linker menu

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 1
Vraag
3. Je vriendin heeft al 10 minuten een bloedneus. Je wilt weten of je je zorgen moet maken en zoekt informatie. Op welk onderwerp in het linker menu zoek je?

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 1
Antwoord
3. Bijvoorbeeld onder het kopje ‘Wanneer bellen?’. Maar het kopje ‘Kan het kwaad?’ zal je ook informatie geven.

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 1
Vraag
4. De website ziet er een beetje kaal uit. Waarom is dat, denk je?

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht 1
Antwoord
4. Op deze manier komt de website zakelijk en betrouwbaar over. Je wordt niet afgeleid, het gaat om de informatie.

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 2, 3 en 4

Slide 31 - Tekstslide