V2 Naamwoordelijk en werkwoordelijk gezegde herhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom V2A! 

Vandaag

• Spelletje spelen
  
• Theorie herhalen
  
• Paar opdrachtjes via Lessonup maken
  
• Theorie volgende les bekijken
  

Spelletje spelen

• Jullie worden verdeeld in groepjes van 3 of 4              (nummers 1 t/m 6)
•  Je krijgt een setje kaarten
• Sorteer de kaarten in drie categorieën
• Jullie moeten zelf bedenken hoe de categorieën heten en waarom bepaalde kaarten in een categorie passen
• Zorg dat jullie de gemaakte keuzes kunnen toelichten
• Denk aan de theorie van voor de vakantie...

Wat weet je nog over het naamwoordelijk gezegde?

Naamwoordelijk gezegde

Bestaat uit 1 of meerdere werkwoorden (waaronder tenminste één koppelwerkwoord) en een naamwoord (bijvoeglijk of zelfstandig)

Geeft aan dat iets/iemand iets is. Een werkwoordelijk gezegde geeft juist aan dat iets/iemand iets doet. 

Bestaat dus uit 2 delen:

1. Werkwoordelijk deel: koppelwerkwoord + evt. hulpwerkwoorden

2. Naamwoordelijk deel: (een woordgroep met) een bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord

Koppelwerkwoorden kunnen helpen om het naamwoordelijk/werkwoordelijk gezegde te onderscheiden: hebben, worden, zijn, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen. 

Lady Gaga verandert vaak van stijl

1. WWG
2. NWG

Blijf alsjeblieft altijd zo lief.

1. WWG
2. NWG

Ben jij je nou weer aan het vervelen?

1. WWG
2. NWG

Haar stem is de laatste tijd erg zwak.

1. WWG
2. NWG

Worden die fans niet wat te hysterisch?

1. WWG
2. NWG

Jij schildert die deur echt fantastisch.

1. WWG
2. NWG

Er zijn gisteren weer veel mensen gearresteerd.

1. WWG
2. NWG

Ik begrijp wat het naamwoordelijk gezegde is en hoe ik het kan herkennen in een zin

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag

• Je leesboek van periode C uitlezen/samenvatten
  
•  De theorie van hoofdstuk 21 zelfstandig bestuderen