V2 Naamwoordelijk gezegde

Goedemorgen V2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen V2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Huiswerk nakijken
  • Nieuwe theorie: naamwoordelijk gezegde
  • Oefenen met nieuwe theorie

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
  • Je weet wat de kenmerken en functie zijn van koppelwerkwoorden en het naamwoordelijk gezegde in een zin
  • Je kunt koppelwerkwoorden in een zin herkennen en bepalen wat het naamwoordelijk gezegde is

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Gezamenlijk huiswerk nakijken

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de koppelwerkwoorden?

Slide 6 - Open vraag

Naamwoordelijk gezegde
  • Bestaat uit 1 of meerdere werkwoorden (waaronder tenminste één koppelwerkwoord) en een naamwoord (bijvoeglijk of zelfstandig)
  • Geeft aan dat iemand iets is

  • Bestaat dus uit 2 delen:
1. Werkwoordelijk deel: koppelwerkwoord + evt. hulpwerkwoorden
2. Naamwoordelijk deel: (een woordgroep met) een bijvoeglijk of zelfstandig naamwoord

    Slide 7 - Tekstslide

    Hoe kun je achterhalen of 'worden', 'zijn' en 'blijven' koppelwerkwoorden zijn?

    Slide 8 - Open vraag

    Nog een trucje
    Als je achter de zinnen met 'blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen' de woorden 'te worden', 'te blijven' of 'te zijn' zetten, dan is er sprake van een naamwoordelijk gezegde.

    Voorbeeld: Dit lijkt een probleem (te zijn/ te worden / te blijven). 

    Slide 9 - Tekstslide

    2

    Slide 10 - Video

    01:32
    Welke van deze twee vragen is/zijn voorbeelden van een naamwoordelijk gezegde?
    A
    Ik drink vandaag veel lekkere muntthee
    B
    Ik ben sinds vandaag wereldkampioen theedrinken
    C
    Allebei
    D
    Geen van beiden

    Slide 11 - Quizvraag

    02:14
    Toch kunnen koppelwerkwoorden een extra hulpmiddel zijn om te bepalen of je met een naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde te maken hebt. Wat zijn de koppelwerkwoorden?

    Slide 12 - Open vraag

    Aan de slag
    Maak opdracht 5 en 6 van hoofdstuk 20

    Klaar? Ga lezen in je leesboek

    Slide 13 - Tekstslide

    De zon schijnt fel vandaag
    A
    Werkwoordelijk gezegde
    B
    Naamwoordelijk gezegde
    C
    Geen idee

    Slide 14 - Quizvraag

    Het nieuwe album van Adele schijnt goed te verkopen.
    A
    Werkwoordelijk gezegde
    B
    Naamwoordelijk gezegde
    C
    Geen idee

    Slide 15 - Quizvraag

    Belastingontduiking schijnt een groot probleem in Griekenland.
    A
    Werkwoordelijk gezegde
    B
    Naamwoordelijk gezegde
    C
    Geen idee

    Slide 16 - Quizvraag

    Ik snap wat een koppelwerkwoord is en hoe ik het kan herkennen
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 17 - Poll

    Ik snap wat een naamwoordelijk gezegde is en hoe ik het kan herkennen
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 18 - Poll

    Fijne vakantie!!!!

    Slide 19 - Tekstslide