Ethiek: utilisme

Utilisme


Utilisme
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Utilisme


Utilisme

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les:
  • weet je wie de grondlegger is 
  • kun je kenmerken van utilisme verwoorden
  • het verschil uitleggen tussen klassiek en regel-utilisme
  • weet je wat de relatie is tussen utilisme en beroepsethiek 
  • kun je utilisme toepassen in een casus

Slide 2 - Tekstslide

Utilisme

Het grootste geluk van het grootste aantal is de grondslag van de moraal en wetgeving (Jeremy Bentham)

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent (denk je) het woord "utilisme"?
A
zingeving
B
doel
C
moreel handelen
D
nut

Slide 4 - Quizvraag

Utilisme 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is Utilisme 


-                                              =


plezier - pijn = geluk 

Slide 6 - Tekstslide

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.

Slide 7 - Quizvraag

Op basis waarvan hak je binnen het utilisme knopen door?

Slide 8 - Open vraag

Klassieke utilisme vs regel-utilisme
Regel- utilisme
  • handelen volgens bepaalde regels
  • prioriteit handeling met beste gevolgen
Klassieke utilisme
  • gevolgen uit handelingen
  • meeste geluk

Slide 9 - Tekstslide

Geluk 
  • grootste geluk voor de grootste groep 
  • eigen geluk opofferen 

Slide 10 - Tekstslide

Is volgens het utilisme een ongelijke verdeling van welvaart toegestaan?
A
Nee, de welvaart moet altijd evenredig worden verdeeld.
B
Ja, zolang daardoor het totale nut in de wereld toeneemt.

Slide 11 - Quizvraag

Docent gaat met leerlingen op school uitje. De leerlingen willen graag naar het zwembad, maar er zijn vijf leerlingen die dit niet willen.
1. wat zou docent doen vanuit het utilisme?
2. En wat zou jijzelf een goede oplossing vinden?

Slide 12 - Open vraag

Relatie tussen utilisme en beroepsethiek

ideaal beeld goede zorg
QUALY

utilisme gericht op uitkomst handelen niet op individuele zorgrelaties

Slide 13 - Tekstslide

Paternalisme  (pater- vader)
= vrijheid beperken, belang is in die persoon

Hard paternalisme= beperk je iemands vrijheid 
Zacht paternalisme= iemand van gevaarlijke handelng afhouden


Slide 14 - Tekstslide

Casus
Eergisteren was ik bij mijnheer van Dalen. Het zorgmoment ging helemaal prima. Hij had wel pijn bij het zitten, logisch gelet op de plek, maar hij wilde geen pijnmedicatie voorafgaand aan de zorg. De zorg ging goed. Vesselloop (drain) zat prima op zijn plek. Gistermorgen zou ik om 8.00 bij hem moeten zijn, maar dat was te vroeg, zei hij, toen ik eergisteravond belde om een en ander door te spreken. Ik bood aan een half uur later te komen, maar mijnheer zei toen dat hij het zelf wel zou doen. Leek me niet verstandig, maar ja als hij het zelf wil? Gistermiddag kreeg ik een telefoontje van kantoor dat mijnheer toenemende pijnklachten had. Ik bellen om langs te gaan, maar hij bleek niet thuis te zijn, en bleek vervolgens, toen ik hem te pakken kreeg, ook niet bereid om naar huis te komen voor de wondzorg. Duidelijk. Dan houdt het wat mij betreft op. Vandaag is een collega bij hem geweest: de vesselloop bleek verdraaid te zijn, zei ze, mogelijk de oorzaak van de pijn. Hoe dan ook: mij wil hij niet meer zien. Sterker: hij wil een klacht indienen over mij. Dat voelt helemaal niet goed. Maar als ik bij hem word ingepland, wil ik evengoed de beste zorg geven (van Dartel, sd)

Slide 15 - Tekstslide

Vragen bij de casus
Beantwoord de vragen:
1. Wie zijn belang in de casus weegt er zwaarder? Komt dit overeen met het utilisme?
2. Hoe moeilijk vind jij het om iemand pijn te doen terwijl je voor iemand zorgt?  Hoe ga je daarmee om? Bespreek dit met medestudenten.
3. Heb jij weleens een keuze tussen 2 kwade moeten maken in je stage? Welke waarden waren daarbij in het geding? Hoe heb je uiteindelijk je keuze gemaakt? Wie heeft je daarbij geholpen?
4. Welk handelen draagt in de casus het meeste bij aan het welbevinden/ welzijn van iemand?
5. Wanneer je de casus benaderd vanuit de plichtethiek (les vorige week), hoe had er dan gehandeld kunnen worden?

Slide 16 - Tekstslide

Lesevaluatie 

Slide 17 - Tekstslide