BS 4: Gas, water en electriciteit

Selecteer bij ieder apparaat welke voorzieningen ervoor nodig zijn.
A
elektriciteit
B
gas
C
water
D
elektriciteit/gas / water
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
mens en natuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Selecteer bij ieder apparaat welke voorzieningen ervoor nodig zijn.
A
elektriciteit
B
gas
C
water
D
elektriciteit/gas / water

Slide 1 - Quizvraag

Je energiekosten kan je met de volgende formule berekenen:
kosten = 1 X 2
A
1= verbruik 2=eenheidsprijs
B
1=eindstand 2=eenheidsprijs
C
1=beginstand 2=eenheidsprijs

Slide 2 - Quizvraag

Je energie verbruik kan je met de volgende formule berekenen:
Verbruik = 1 - 2
A
1= beginstand meter 2=eindstand meter
B
1= eindstand 2= beginstand

Slide 3 - Quizvraag

Welke kleur heeft de gasleiding
A
rood
B
blauw
C
geel

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Wanneer gaat de aardlekschakelaar om?

Slide 6 - Open vraag

Waarom stroomt water via een watermeter in de meterkast?


A
In de watermeter kun je de toevoer van het water naar de woning uitzetten.
B
Met de watermeter kan het waterleidingbedrijf berekenen hoeveel water er in een huis verbruikt wordt
C
Als je ziet dat de cijfers op de watermeter veranderen, kun je zien of er water door de leiding stromen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een waterleiding en een riool?

A
In het riool wordt het water gezuiverd, in de waterleiding stroomt warm water.
B
Door het riool stroomt het gebruikte, vuile water. De waterleiding dient voor de aanvoer van schoon water.
C
Door het riool stroomt alleen regenwater. Door de waterleiding stroomt drinkwater.

Slide 8 - Quizvraag

Waar gaat water naar toe vanaf de gele pijl?

Slide 9 - Open vraag

Bij kortsluiting is er kans op...
A
Vuurwerk
B
Brand
C
ontploffing

Slide 10 - Quizvraag

Bij welke nutsvoorziening behoort deze meter?
A
water
B
electriciteit
C
gas

Slide 11 - Quizvraag

Bij welke nutsvoorziening behoort deze meter?
A
Gas
B
Water
C
Elektriciteit

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel water gebruik je gemiddeld per dag voor de WC?
A
5 liter
B
35 liter
C
10 liter
D
50 liter

Slide 13 - Quizvraag

Waaruit bestaat een gesloten stroomkring?
A
spanningsbron-stroomdraden-lamp-
B
spanningsbron-lamp
C
spanningsbron-stroomdraden
D
spanningsbron

Slide 14 - Quizvraag


A
Bij A gaat lamp branden
B
Bij B gaat lamp branden
C
Bij C gaat lamp branden
D
Bij A, B en C gaat lamp branden

Slide 15 - Quizvraag