Herhaling elektriciteit BK

Herhaling elektriciteit BK
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling elektriciteit BK

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de formules om het vermogen te berekenen en leg uit wat vermogen is

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke stroomsterkte is er sprake van overbelasting?
A
14 A
B
15 A
C
16 A
D
17 A

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het symbool van vermogen is ........ en de eenheid van vermogen is......... .

A
P ; W
B
U ; V
C
I ; A
D
P ; mA

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het vermogen van een wasmachine is ... dan het vermogen van een telefoon.
A
Kleiner
B
Ongeveer hetzelfde
C
Groter
D
Kan je niet weten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eenheid van energie?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De sauna heeft een vermogen 20.000W. De netspanning is 200V. Wat is de stroomsterkte?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soms kan er in een huisinstallatie kortsluiting ontstaan. Wanneer spreek je van kortsluiting?
A
Als de aarddraad en de nuldraad elkaar raken
B
Als de schakeldraad en de nuldraad elkaar raken
C
Als de nuldraad en de fasedraad elkaar raken
D
Als de aarddraad en de fasedraad elkaar raken

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom het broeikaseffect wenselijk is, maar het versterkt broeikaseffect niet wenselijk is.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gloeilamp levert 20J aan warmte. Het rendement is 30%. Hoeveel energie wordt verbruikt?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleur draad sluit je aan op de metalen klemmetjes van een stopcontact met randaarde?
A
Geel-groen
B
Blauw
C
Bruin
D
Zwart

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een TV heeft een vermogen van 450 W.

Hoeveel kW is dit?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij 10 mA gaat een batterij 150 uur mee. Bereken de capaciteit

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken hoeveel energie een 80W computer gebruikt in 50 seconde.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het begin van het jaar geeft de kWh-meter 2 862 kWh aan
Aan het einde van het jaar geeft de kWh-meter 4 684 kWh aan

Een kWh kost €0,24. Hoeveel moet je betalen? Schrijf ook de berekening op.

Slide 15 - Open vraag

4684-2862=1822 kWh
1822 x €0,24 = €437,28
Wat is de benaming van de zwarte draad?
A
Fasedraad
B
Nuldraad
C
Zwartedraad
D
Schakeldraad

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je een aardlekschakelaar. Wat is de functie van een aardlekschakelaar?
A
Aardlek schakelt bij overbelasting uit
B
Als er stroom weglekt naar aarde schakelt de aardlek uit
C
Aardlek is er om de elektrische installatie in of uit te schakelen
D
Aardlek meet het vermogen in de elektrische installatie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de meterkast zitten zekeringen.

Wat is het symbool van een zekering?
A
B
C
D

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stofzuiger met een vermogen van 1200 W staat 30 minuten aan. Hierbij kost 1 kWh €0,23
Bereken de energiekosten.
(Energiekosten = energiegebruik X kWh-prijs)

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is overbelasting?
A
Dat er teveel groepen zijn
B
Dat er teveel apparaten aanwezig zijn in een groep
C
Dat er teveel spanning op aangesloten is

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Randaarde beschermt:
A
Het huis tegen brand
B
De mens tegen stroom

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van deze 288 kJ wordt er 160 kJ nuttig gebruikt. Bereken het rendement van de computer.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vermogen?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat zie je hier?
A
randaarde
B
zekering
C
dubbele isolatie
D
aardlekschakelaar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kleur heeft de fasedraad
A
blauw
B
bruin
C
zwart
D
groen/geel

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is rendement?
A
Het deel van de energie dat niet nuttig wordt gebruikt
B
Het deel van de energie dat verloren gaat
C
Het deel van de energie dat omzet in een andere vorm van energie
D
Het deel van de energie dat nuttig wordt gebruikt

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het vermogen van een boormachine met een spanning van 230V en een stroomsterkte van 3,9A?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een aardlekschakelaar vergelijkt de stroom in de nuldraad met de stroom in de fasedraad. Wanneer schakelt de aardlekschakelaar de spanning uit?
A
Bij een verschil van 10 mA
B
Bij een verschil van 30 mA
C
Bij een verschil van 10 A
D
Bij een verschil van 30 A

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van het symbool
hiernaast?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke omzetting vindt er plaatst in een dynamo (generator)?
A
chemisch in elektrisch
B
beweging in elektrisch
C
zonne energie in elektrisch
D
elektrisch in chemisch en beweging

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een accu kan 10 ampère voor 5 uur leveren. Bereken de capaciteit van de accu.
A
Capaciteit = 10 / 5 = 2 Ah
B
Capaciteit = 10 x 5 = 50 Ah
C
Capaciteit = 10 - 5 = 5 Ah
D
Capaciteit = 10 + 5 = 15 Ah

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een lampje dat 50 mA verbruikt kan op een volle batterij 16 uur branden. Wat is de capaciteit van de batterij?
A
800 mAh
B
1600 mAh
C
3,125 mAh
D
0,32 mAh

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een generator?
A
Een apparaat dat lichtenergie omzet in elektrische energie
B
Een apparaat dat geluidsgolven omzet in elektrische energie
C
Een apparaat dat warmte omzet in elektrische energie
D
Een apparaat dat bewegingsenergie omzet in elektrische energie

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan een turbine doen dankzij waterkracht?
A
Elektriciteit opwekken
B
Water filteren
C
Eten koken
D
Auto's aandrijven

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overbelasting
Kortsluiting

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Chris en Melanie zeggen allebei iets over zekeringen
Chris zegt: “Een zekering voorkomt brand”.
Melanie zegt: “Een zekering voorkomt kortsluiting”.
Leg uit wie er gelijk heeft!

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies