In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
ZINTUIGEN
THEMA 6
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
1. Het zintuigenstelsel
2. Voelen, ruiken en proeven
3. Zelfstandig werken
4. Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Het zintuigstelsel
Organen die reageren op een prikkel uit de omgeving
bv
warmte - kou - druk - aanraking - licht - geluid
Slide 3 - Tekstslide
DE ZINTUIGEN:
Organen die reageren op een prikkel uit de omgeving bv warmte - kou - druk - aanraking - licht - geluid
OOG NEUS
OOR TONG
HUID
Slide 4 - Tekstslide
Centraal zenuwstelsel, met zintuigcellen en zenuwen
Slide 5 - Tekstslide
Onderdelen van het zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel:
grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en het ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel:
de zenuwen die alle lichaamsdelen verbinden met het centrale zenuwstelsel
Slide 6 - Tekstslide
Hoe worden prikkels waargenomen?
Slide 7 - Tekstslide
Ontstaan van impulsen
Drempelwaarde - Adequate Prikkel
Slide 8 - Tekstslide
Voelen
Slide 9 - Tekstslide
Ruiken
Slide 10 - Tekstslide
Geurprikkels
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Neus en tong
Werken samen om te proeven
Geurdeeltjes in de neus worden opgevangen door reukharen (<-- uiteinden van zintuigcellen)
Smaakpapillen en smaakknopjes op de tong
Gevoelig voor één bepaalde smaak
Slide 13 - Tekstslide
Vragen?
Slide 14 - Tekstslide
Welke verschillende zintuigen zijn er?
Slide 15 - Open vraag
Welke soorten prikkels kunnen we waarnemen?
Slide 16 - Open vraag
De functies van zintuigen zijn......
A
Prikkels opvangen
B
Impulsen opvangen
C
Prikkels maken
D
Impulsen maken
Slide 17 - Quizvraag
Is het reukzintuig nodig om het verschil tussen aardbeien- en frambozenranja proeven?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quizvraag
Wat zijn impulsen?
A
Elektrische signalen
B
Prikkels
C
Een ander woord voor zenuwen
D
Zintuigen
Slide 19 - Quizvraag
Welke van de onderstaande voorbeelden zijn prikkels voor zintuigen?
A
Licht, smaak, warmte
B
Geur, kou, pijn
C
Geluid, druk, aanraking
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 20 - Quizvraag
Een prikkel waarvoor een zintuig speciaal gevoelig is noemen we....
A
Adequate prikkel
B
Gewenning
C
Gezichtszintuigen
D
drempelwaarde
Slide 21 - Quizvraag
Gewenning ontstaat door?
A
Een lage drempelwaarde
B
Een lange tijd dezelfde prikkels ontvangen
Slide 22 - Quizvraag
De kleinste prikkel die een impuls veroorzaakt is
A
de adequate prikkel
B
gewenning
C
de impuls frequentie
D
de drempelwaarde
Slide 23 - Quizvraag
Welke zintuigcel is het gevoeligst voor een bepaalde prikkel?
A
Zintuigcel met hoge drempelwaarde
B
Zintuigcel met lage drempelwaarde
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een adequate prikkel
A
De prikkel waar een zintuig gevoelig voor is
B
De kleinste prikkel die een zintuig kan waarnemen
C
Een prikkel waar het zintuig ongevoelig voor is
D
Een signaal dat via de zenuwen naar de hersenen gaat
Slide 25 - Quizvraag
Begrippen
Zintuigstelsel, zintuigen en zintuigcellen
Impuls (elektrisch signaal)
Drempelwaarde: Niet elke prikkel neem je waar.
Adequate prikkel: de prikkel waarvoor zintuigcel gevoelig is
Gewenning door lange tijd zelfde prikkels
Motivatie kan drempelwaarde verlagen
Slide 26 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Maak opdracht 1 tot en met 11
- 2 en 5 (practicum) dus maak je niet
Slide 27 - Tekstslide
Het leerdoel voor deze les was: Je kunt zintuigen noemen, in afbeeldingen aanwijzen, en functies en werking ervan beschrijven. Heb je dit leerdoel behaald?