5. Ingewikkelde kruisingsschema's (3HA)

Welkom!
Ga rustig zitten, pak alvast je aantekeningen schrift en een pen erbij.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga rustig zitten, pak alvast je aantekeningen schrift en een pen erbij.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het eind van de les kun je kruisingsschema's maken van x-chromosomale en co-dominante eigenschappen.

Slide 3 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen stof vorige les
  • Uitleg: codominantie
  • Uitleg: x-chromosomale eigenschappen
  • Opdrachten maken 

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling
  • Maak een begrippenslang: leg de kaartjes op de juiste volgorde naast elkaar, zodat het begrip en de definitie naast elkaar liggen.
  • Je hebt 5 minuten, je mag het in tweetallen doen.
  • Laat het controleren als je klaar bent.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

intermediair fenotype

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht intermediair fenotype

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht intermediair fenotype
Ab = bruin
Aw = wit
P: AbAb x AwAw

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht intermediair fenotype
Ab = bruin
Aw = wit
P: AbAb x AwAw
Ab
Ab
Aw
AbAw
AbAw
Aw
AbAw
AbAw
Ab
Aw
Ab
AbAb
AbAw
Aw
AbAw
AwAw
25% AbAb = bruin
25% AwAw = wit
50% AbAw = lichtgeel

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg: codominantie
  • Een gen kan meer dan 2 allelen (varianten) hebben. 
  • Als twee allelen 'even sterk' zijn, ontstaat een intermediair fenotype (tussenvorm).
  • Bij codominantie komen de eigenschappen van beide dominante allelen tot uiting.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld: bloedgroepen
  • Er zijn vier bloedgroepen: A, B, AB en O.
  • Deze eigenschap wordt bepaald door één gen, met drie verschillende allelen. Deze coderen voor antigen op je rode bloedcellen.
Twee (IA en IB) zijn co-dominant, één (i) is recessief.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht bloedgroepen

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg: x-chromosomale eigenschappen
  • Sommige genen liggen op het X-chromosoom. Deze eigenschappen noemen we dan X-chromosomaal of geslachtsgebonden.
  • Bijvoorbeeld: kleurenblindheid (recessieve eigenschap).
  • Notatie: XA en Xa


Slide 15 - Tekstslide

Uitleg: x-chromosomale eigenschappen
  • Sommige genen liggen op het X-chromosoom. Deze eigenschappen noemen we dan X-chromosomaal of geslachtsgebonden.
  • Bijvoorbeeld: kleurenblindheid (recessieve eigenschap).
  • Notatie: XA en Xa

Kunnen een vader die kleurenblind is en
een moeder die geen drager is, een 
kleurenblinde dochter krijgen?


Slide 16 - Tekstslide

Uitleg: x-chromosomale eigenschappen

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg: x-chromosomale eigenschappen
  • X-gebonden gen: allel voor zwart en allel voor oranje. 

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de opdrachten voor les 5.

Slide 19 - Tekstslide