BTW

BTW
Bedrijfsadministratie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
VeehouderijMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BTW
Bedrijfsadministratie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we behandelen voor de toets

BTW
Afschrijvingen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet wat btw is.
  2. Je kunt uitleggen waarom de btw een indirecte belasting is.
  3. Je weet wat de consumentenprijs is en hoe je deze berekent.
  4. Je kunt van de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs exclusief btw.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is BTW?
Waar staat het voor?
  • Btw staat voor Belasting over de Toegevoegde Waarde
  • Een ander woord voor btw is omzetbelasting.
  • Het is een belasting die de winkelier moet optellen bij zijn verkoopprijs
  • Verschillende BTW tarieven

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel btw betalen we?
  •  0% 
  • 9% voor  primaire goederen en cultuur
  • 21% op overige goederen en diensten, oftewel secundaire/luxe goederen.
  • Vroeger was het lage tarief BTW 6%, sinds 2018 is dat 9%.

Slide 5 - Tekstslide

Hoog en laag tarief BTW
Hoog tarief --> 21%



Laag tarief --> 9%

Slide 6 - Tekstslide

Verandering in de agrarische sector
Vanaf 01-01-2025 vervalt het lage btw-tarief voor veel agrarische producten.
- Vee
- Veevoer
- Sperma
BTW regeling

Slide 7 - Tekstslide

Prijs van het product
  • Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag.
  • Dit is het bedrag dat ik als bedrijf ontvang ZONDER btw.
  • Consumentenprijs = verkoopprijs + btw.
  • Dit is het bedrag wat ik als bedrijf ontvang MET btw.
  • Bedrijven moeten de btw afstaan aan de overheid, dus zij houden alleen de verkoopprijs over.

Slide 8 - Tekstslide

Directe belasting

Slide 9 - Tekstslide

Indirecte belasting

Slide 10 - Tekstslide

Rekenen met BTW
21% BTW
9% BTW
Exclusief BTW
100%
100%
BTW
21%
9%
Inclusief BTW
121%
109%

Slide 11 - Tekstslide

Consumentenprijs berekenen


  • Verkoopprijs
  • btw
__________________ +
  • Consumentenprijs   = prijs die wij in de winkel betalen
Benno Roek verkoopt jeans  voor €42,50 per stuk. Op jeans zit 21% BTW.
Wat is de consumentenprijs?

Slide 12 - Tekstslide

Consumentenprijs berekenen
  • Verkoopprijs
  • btw
__________________ +
  • Consumentenprijs  
Verkoopprijs = 42,50

42,50 +21% = consumentenprijs
42,50:100 x 21 =8,93
42,50 + 8,93 = 51,43  OF

42,50 x 1,21 = € 51,43

Slide 13 - Tekstslide

Waarom houdt de onderneming geen rekening met btw bij de nettowinst berekening?
A
Omdat hij dit bedrag dan als extraatje mag houden.
B
Het bedrag aan btw moet hij toch weer afdragen aan de belastingdienst.
C
Hierdoor weet de ondernemer zeker dat hij genoeg geld heeft.
D
Hij houdt wel rekening met btw!

Slide 14 - Quizvraag

BTW gaat naar de overheid
A
waar
B
nietwaar

Slide 15 - Quizvraag

Een nieuwe geluidsbox kost € 1000,- exclusief BTW. Hoeveel kost de box inclusief BTW? (Btw= 21%)
A
1210
B
1220
C
1021
D
1012

Slide 16 - Quizvraag

De btw op een telefoon is 21%. De prijs zonder btw is €350. Bereken de verkoopprijs inclusief btw.
A
€73,50
B
€423,50
C
€276,50
D
€350

Slide 17 - Quizvraag

Een boek kost exclusief BTW €18,-. De btw is 21%. Wat is de prijs inclusief btw?
A
€ 21,78
B
€ 14,22
C
€ 3,78
D
€ 85,71

Slide 18 - Quizvraag

De prijs inclusief BTW is € 72,60. Het BTW tarief bedraagt 21%. De prijs exclusief BTW is...
A
€ 87,84
B
€ 70
C
€ 57,35
D
€ 60

Slide 19 - Quizvraag

"Exclusief BTW": is dat zonder of met BTW?
A
Zonder
B
Met

Slide 20 - Quizvraag