2.5 Democratisering

Democratie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Democratie

Slide 1 - Tekstslide

Waar staat democratie voor?

Slide 2 - Open vraag

Aan het eind van deze les
- Kun je een definitie geven van democratisering
- Kun je benoemen wat voor- en nadelen zijn van democratisering.
- Kun je beargumenteren waarom je voor én waarom je tegen referenda in Nederland bent.
- Kun je van de 3 verschillende soorten rechten een voorbeeld geven.
- Ken je het verschil tussen actief en passief kiesrecht. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Democratie betekent: Het volk heerst. Wat zou democratisering betekenen? (zonder Google te gebruiken ;-))

Slide 5 - Open vraag

Democratisering
Het proces van verandering van machts- en gezagsverhoudingen door een grotere inspraak en medezeggenschap van degene met mindere macht.


Slide 6 - Tekstslide

Wat zouden voordelen zijn van democratisering voor de machtshebbers?

Slide 7 - Open vraag

Voordelen democratisering
- Als burgers meer betrokken worden, neemt het vertrouwen & draagvlak toe.
- Door inspraak van burgers weet je beter wat er speelt in het volk.

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn nadelen zijn van verregaande democratisering?

Slide 9 - Open vraag

Nadelen democratisering
- Besluitvorming langer
- Initiatieven burgerparticipatie > niet representatief

Slide 10 - Tekstslide

Paradox
Snelheid besluitvorming <-> inspraak burgers

Zwitserland: Voor alle besluiten een referendum. 

Slide 11 - Tekstslide

In Nederland zouden we alle wetsvoorstellen met een referendum moeten bekrachtigen. Geef 2 argumenten voor en 2 argumenten tegen. (5 min)

Slide 12 - Open vraag

Wat voor rechten heb jij in Nederland? Noem er ten minste 3

Slide 13 - Open vraag

Rechten
Klassieke vrijheidsrechten
Politieke rechten
Sociale rechten

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent passief kiesrecht? (Je mag Google / je boek gebruiken, maar in eigen woorden)

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent actief kiesrecht? (Je mag Google / je boek gebruiken, maar in eigen woorden)

Slide 16 - Open vraag

Tim stelt zichzelf verkiesbaar voor de Tweede Kamer.
A
Actief kiesgerecht
B
Passief kiesrecht

Slide 17 - Quizvraag

Merel gaat stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen.
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht

Slide 18 - Quizvraag

Aan het eind van deze les
- Kun je een definitie geven van democratisering
- Kun je benoemen wat voor- en nadelen zijn van democratisering.
- Kun je beargumenteren waarom je voor én waarom je tegen referenda in Nederland bent.
- Kun je van de 3 verschillende soorten rechten een voorbeeld geven.
- Ken je het verschil tussen actief en passief kiesrecht. 

Slide 19 - Tekstslide