Les 7 Diagnostische toets Woordsoorten

Les 7 Diagnostische toets Woordsoorten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 7 Diagnostische toets Woordsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Een woord dat een persoon, plaats, ding of idee aanduidt.
B
Een woord dat een actie of werk beschrijft.
C
Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord
D
Een woord dat een relatie tussen zinsdelen aangeeft.

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een werkwoord?
A
Een woord dat een persoon, plaats, ding of idee aanduidt.
B
Een woord dat een relatie tussen zinsdelen aangeeft.
C
Een woord dat een actie of een toestand uitdrukt.
D
Een woord dat een eigenschap of kwaliteit benadrukt.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
Een woord dat een persoon, plaats, ding of idee aanduidt.
B
Een woord dat een eigenschap of kwaliteit benadrukt.
C
Een woord dat een actie of werk beschrijft.
D
Een woord dat een relatie tussen zinsdelen aangeeft.

Slide 4 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'Woordsoorten' is
A
zn
B
hww
C
bn
D
lw

Slide 5 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Woordsoorten zijn lastig.

'lastig' is
A
zn
B
zww
C
bn
D
lw

Slide 6 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
prijs is ..
A
vz
B
zn
C
bn
D
lw

Slide 7 - Quizvraag

Hoe noem je de volgende woordsoorten?

in, op, onder, door
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
bijwoorden
D
aanwijzende voornaamwoorden

Slide 8 - Quizvraag

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
donder
werk
onder
zijn

Slide 9 - Sleepvraag

Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
gewonnen = ..
A
vz
B
zn
C
ww
D
bn

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
'Judith trok een vragend gezicht.'
A
vragend
B
trok
C
gezicht
D
Judith

Slide 11 - Quizvraag

Benoem de woordsoorten:
Wie heeft de mooiste prijs gewonnen?
heeft = ..
A
ww
B
zn
C
bn
D
vz

Slide 12 - Quizvraag

Hij tekent een BIJZONDERE auto.
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Dansen, fietsen, bewegen
Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord
Op, in, naast, voor, achter
Utrecht, Martijn, stoel, hond
Het staat vóór het zelfstandig naamwoord
Werkwoord
Voorzetsel
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijknaamwoord
Lidwoord

Slide 14 - Sleepvraag

zelfstandige naamwoorden.......
De
acteurs
spelen
hun
rol
met
veel
overtuiging.

Slide 15 - Sleepvraag

De pen zit IN de etui.
A
bijwoord
B
hulp ww
C
voorzetsel
D
zelfstandig naamwoord

Slide 16 - Quizvraag

Het GROENE bankje staat op het gras.
A
voorzetsel
B
aanwijzend vnw
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Quizvraag

Het groene BANKJE staat op het gras.
A
bijwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
voorzetsel

Slide 18 - Quizvraag

Ik HEB gisteren heerlijk geslapen!
A
bijwoord
B
zelfst. nw
C
ww
D
voorzetsel

Slide 19 - Quizvraag

Ik kijk uit HET raam.
A
bepaald lidwoord
B
zelfstandig nw
C
aanwijzend vnw
D
onbepaald lidwoord

Slide 20 - Quizvraag

Een groen bankje staat OP het gras.
A
voorzetsel
B
onbepaald lidwoord
C
bepaald lidwoord
D
onbepaald vnw

Slide 21 - Quizvraag