Mens en Omgeving oefentoets voor de leerlingen

Mens en Omgeving 
Welkom bij de oefentoets van Mens en Omgeving Leerjaar 3 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Mens en Omgeving 
Welkom bij de oefentoets van Mens en Omgeving Leerjaar 3 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de juiste schoonmaakregel?
A
Van buiten naar binnen
B
Van nat naar droog
C
Van beneden naar boven
D
Van vies naar schoon

Slide 2 - Quizvraag

Waarom zou je een ontsmettingsmiddel gebruiken?
A
Om zichtbaar vuil te verwijderen
B
Om de was schoon te krijgen
C
om onzichtbaar vuil te verwijderen

Slide 3 - Quizvraag

Met welk schoonmaakmiddel kan je kalkaanslag milieuvriendelijk verwijderen?
A
Soda
B
Afwasmiddel
C
Allesreiniger
D
Azijn

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool?
A
Giftige stof
B
Bijtende stof
C
Schadelijke Stof
D
Ontvlambare stof

Slide 5 - Quizvraag

Welk antwoord past NIET bij een ergonomisch werkhouding
A
Veilig werken
B
Netjes werken
C
Gezond werken

Slide 6 - Quizvraag

Waarom maak je een werkplan?
A
om veilig en hygiënisch te werken
B
om efficiënt te werken
C
om ergonomisch te werken

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een periodieke schoonmaak?
A
De badkamer
B
De keukenkastjes
C
De slaapkamer
D
Het toilet

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een juist voorbeeld van droog vuil?
A
Limonade
B
Bacteriën
C
Modder
D
Koffiepoeder

Slide 9 - Quizvraag

Welke materialen gebruik je voor het lappen van de ramen?
A
Zeem, spons, emmer, trekker, allesreiniger
B
Spons, zeem, emmer, trekker, azijn
C
Zeem, spons, emmer, trekker, spiritus
D
Zeem, emmer, allesreiniger

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent 'doseeradvies'?
A
De hoeveelheid kalk in het water
B
De hoeveelheid was in de wasmachine
C
De hoeveelheid wasmiddel bij het wassen
D
De juiste temperatuur van het wassen

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool?
A
Milieugevaarlijk
B
Giftige stoffen
C
Schadelijke stoffen
D
Bijtende stoffen

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent 'klam vochtig' schoonmaken?
A
Werken met een microvezeldoek
B
De schoonmaakdoek na t maken
C
De schoonmaakdoek nat maken en vervolgens uitknijpen

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent 'onderhouden'?
A
Materialen schoonmaken met een reinigingsmiddel
B
Materialen en middelen in goede staat houden
C
Materialen en middelen door professionele mensen laten controleren

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekend half-synthetisch
A
Volledig kunstmatig
B
Een klein beetje chemisch en een klein beetje kunstmatig
C
Een grondstof als basis en chemische afgewerkt

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent dit symbool op een etiket?
A
Op lage temperatuur wassen 20 graden
B
kreukvrij wasprogramma
C
Met de hand wassen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste definitie van 'representatief'
A
Verzorgd uiterlijk, schone kleding, vriendelijk, juiste taalgebruik
B
Verzorgd uiterlijk, schone en nette kleding, vriendelijk
C
Verzorgd uiterlijk, schone en nette kleding, vriendelijk, juiste taalgebruik
D
Verzorgd uiterlijk, nette kleding , vriendelijk, juiste taalgebruik

Slide 17 - Quizvraag

Een bedrijf kan kiezen voor personeelskleding. Welk antwoord past hier NIET bij?
A
Het straalt meer persoonlijkheid uit
B
Het personeel is herkenbaar
C
Het kan de veiligheid vergroten
D
Het kan zorgen voor hygiëne

Slide 18 - Quizvraag

Persoonlijke hygiëne bestaat uit het schoonmaken en verzorgen van:
A
Huid, handen, nagels, haar, mond
B
Handen, haren, neus, ogen, oren
C
Make up, nette kleding, nette haren
D
Make up, nette kleding, sieraden, haren

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een telefoonmemo?
A
Het inspreken van een bericht als er niet wordt opgenomen
B
Het maken van notities tijdens een telefoongesprek
C
De regels waar je je aan houdt tijdens een telefoongesprek

Slide 20 - Quizvraag