Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
Slide 1 - Tekstslide
- Welkom + dagopening
- Stillezen
- Slot tekst - Slot schrijven
- Bouwplan verder uitwerken
Doel:
- Je hebt einde van deze les je bouwplan grotendeels af
- Je hebt een opzet voor je inleiding en je slot geschreven
Vandaag in de les:
Slide 2 - Tekstslide
Stillezen
timer
15:00
Slide 3 - Tekstslide
Voorwaarden:
- Tafel is leeg
- Als je een vraag hebt, leg een groene post-it op de hoek van je tafel
Toets bespreken
Slide 4 - Tekstslide
Groepen:
- 3 leerlingen per groep (een van 4)
Wat doe je samen:
- Stelling kiezen
- Inlezen, bronnen delen, argumenten bedenken en bespreken
Wat doe je alleen:
- Standpunt innemen bij de stelling
- Bouwplan indelen
- Betoog schrijven
Opdracht betoog
Slide 5 - Tekstslide
Basisstappen H25
Opdracht betoog
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een argument?
Eisen:
- Juist
- Geldig
Lijkt goed, is fout:
- cirkelredenering
- te snelle conclusie
Wat is een goed argument?
Een argument is juist als het geen feitelijke onjuistheden bevat.
Een argument is geldig als het ook daadwerkelijk over het standpunt gaat.
Je standpunt is eigenlijk hetzelfde als je argument.
Je trekt een conclusie op basis van een voorbeeld. Maar geldt het dan wel in alle gevallen?
Slide 7 - Tekstslide
Doel inleiding:
- Lezer laten weten waar de tekst over gaat
- interesse wekken: men moet willen doorlezen
Hoe doe je dat:
- Zorg dat jouw standpunt heel duidelijk verwoord wordt;
- Benoem waarom dit onderwerp belangrijk voor je is;
- Dit kan door een anekdote te gebruiken of;
- een voorbeeld te geven of;
- een gedachten-experiment te doen: 'stel je voor dat...'
- een herkenbare situatie voor de lezer te schetsen
Een goede inleiding
Slide 8 - Tekstslide
Doel inleiding:
- Lezer laten weten waar de tekst over gaat
- interesse wekken: men moet willen doorlezen
Valkuilen:
- 'ik ga je vertellen over...'
- Niet duidelijk noemen wat het onderwerp of jouw standpunt is. - Alleen maar heel zakelijk zijn.
Een goede inleiding
Slide 9 - Tekstslide
Doel Slot:
- (heel) kort argumenten herhalen;
- lezer meegeven dat het niet anders kan, dan het met
de schrijver eens zijn (conclusie)
- uitsmijter: een laatste zin die de lezer bijblijft.
- Bevat nooit nieuwe informatie
Een goed slot
Slide 10 - Tekstslide
Doel Slot:
- (heel) kort argumenten herhalen;
- lezer meegeven dat het niet anders kan, dan het met de schrijver eens zijn (conclusie);
- uitsmijter: een laatste zin die de lezer bijblijft;
- bevat nooit nieuwe informatie.
Hoe doe je dat:
- Steekwoorden uit je argumenten terughalen.
- Gebruik woorden waardoor je als lezer meegenomen wordt: 'met zoveel voorargumenten moet je eigenlijk wel voor het mengen van jeugdteams zijn'
- Uitsmijter is heel erg stevig: 'Want wie wil nou niet dat we op de Olympische spelen in alle sporten gouden medailles halen?' / ' Want we moeten toch niet voor de torenhoge, vermijdelijke zorgkosten van een ander op willen draaien?!'
Een goed slot
Slide 11 - Tekstslide
Hoe doe je dat:
- Steekwoorden uit je argumenten terughalen.
- Gebruik woorden waardoor je als lezer meegenomen wordt: 'met zoveel voorargumenten moet je eigenlijk wel voor het mengen van jeugdteams zijn'
- Uitsmijter is heel erg stevig: 'Want wie wil nou niet dat we op de Olympische spelen in alle sporten gouden medailles halen?' / ' Want we moeten toch niet voor de torenhoge, vermijdelijke zorgkosten van een ander op willen draaien?!'
Valkuilen:
- standpunt wordt niet herhaald
- Slot is te lang (houd het dus kort en bondig)
- Er worden nieuwe argumenten genoemd.
Een goed slot
Slide 12 - Tekstslide
1. Kijk eerst naar jouw argumenten en 'label' deze in je bouwplan
Bijvoorbeeld: leren samenwerken, kansvergroting en gebruikmaken van elkaars sterke punten';
2. Herhaal in je slot deze labels en formuleer een concluderende zin;
3. Bedenk een uitsmijter om je tekst mee af te sluiten;
4. Schrijf je slot.
- Als je een voorbeeld of anekdote in je inleiding gebruikt hebt, kan het heel mooi zijn om daar in je slot nog kort naar te verwijzen. Kan jij dat?
Uitsmijter: zin om over na te denken, waar je heel blij van wordt, kan juist heel shockerend zijn.
Aan de slag:
Slide 13 - Tekstslide
Woensdag:
In de les schrijf je je volledige betoog.
Wat is daarvoor nodig:
- Je levert je bouwplan + geschreven inleiding en slot in via Teams;
- Zet alle informatie die je uit bronnen wilt gebruiken ook bij elkaar in een document. Dit lever je ook in. ZET JE NAAM IN ELK DOCUMENT! (anders wordt het lastig uitdelen)
- Doe dit voor het einde van vandaag, dan print de docent het voor je uit, zodat je het tijdens de les kunt gebruiken.
- In de les mag je dus alleen de voorbereiding uit teams gebruiken. Je laptop blijft verder gewoon in je tas.
- Voor je betoog krijg je een cijfer dat 3x meetelt!
Tot slot:
Slide 14 - Tekstslide
- Leesboek meenemen
- Je hebt de eerste versie van jouw bouwplan af en bij je.