Opgaven NLT H&L
2.2 (d) Noem 3 voorbeelden van gewenning bij andere zintuigen als tast en ogen.
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
2.2 (d) Noem 3 voorbeelden van gewenning bij andere zintuigen als tast en ogen.
Slide 1 - Open vraag
2.3(a) Baby's leren lopen omdat ze de mensen om hen heen imiteren. Noem enkele andere gedragingen die je aangeleerd hebt door imitatie.
Slide 2 - Open vraag
2.3(b) Op twee benen leren lopen, gebeurt behalve door imiteren ook door conditioneren. Leg dit uit.
Slide 3 - Open vraag
2.3(c) Zijn er nog andere vormen van leren van belang bij het leren van lopen? Leg uit.
Slide 4 - Open vraag
2.4(a) Hoe zou je de term gevoelige periode definiëren?
Slide 5 - Open vraag
2.4 (b) Welke verklaring kun je bedenken voor het feit dat het moeilijker is om vóór de gevoelige periode iets te leren dan in de gevoelige periode.
Slide 6 - Open vraag
2.5 Deel de begrippen en koppelingen op de juiste plekken (1 t/m 7) van figuur O2.1 in. Dus 1=..., 2=..., etc.
Slide 7 - Open vraag
2.6 Vergelijk het schema van figuur O2.1 met figuur 1.2 in je tekstboek. Verschillen? Welke is beter?
Slide 8 - Open vraag
2.7 Waarom is het beter om te spreken van een werkgeheugen dan van een kortetermijngeheugen?
Slide 9 - Open vraag
2.8 Verbinding van episodisch naar semantisch geheugen heet 'abstrahering'. Leg uit waarom
Slide 10 - Open vraag
2.9 Leg uit waarom operant conditioneren, inzichtelijk leren en
trial & error moeilijk in figuur O2.1 te plaatsen zijn
trial & error moeilijk in figuur O2.1 te plaatsen zijn
