T5 - bs6

Spoorboekje
- Uitleg T5 basisstof 6
- Opdrachten T5 basisstof 6 maken
- Test jezelf T5 basisstof 6 maken (groene score = af)

Regels:
- Jassen zitten in de lockers.
- Telefoons zijn niet hoorbaar en niet zichtbaar in het lokaal.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spoorboekje
- Uitleg T5 basisstof 6
- Opdrachten T5 basisstof 6 maken
- Test jezelf T5 basisstof 6 maken (groene score = af)

Regels:
- Jassen zitten in de lockers.
- Telefoons zijn niet hoorbaar en niet zichtbaar in het lokaal.

Slide 1 - Tekstslide

T5 BS6

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
5.6.1 Je kunt van enkele blessures beschrijven wat er aan de hand is.
5.6.2 Je kunt beschrijven hoe je blessures kunt voorkomen.

Slide 3 - Tekstslide

Blessures aan spieren
Een blessure is een lichamelijk letsel dat mensen meestal oplopen bij het sporten. Voorbeelden van blessures aan spieren zijn spierpijn, een tennisarm en RSI.

De meest voorkomende blessure aan spieren is spierpijn. Dit krijg je als je je spieren meer hebt belast dan normaal. De pijn duurt meestal een paar dagen. Als de spierpijn langer dan een week aanhoudt, kun je beter naar een dokter gaan.

Slide 4 - Tekstslide

Tennisarm
Bij een tenniselleboog (tennisarm) vindt er een overbelasting van de spieren plaats. Er ontstaan dan ontstekingen van de aanhechtingsplaatsen (pezen) van de spieren. In het geval van de tennisarm is dat bij de elleboogspier. Vooral het botuitsteeksel bij de elleboog doet dan pijn. Een tenniselleboog geneest meestal door rust, maar je moet de arm niet stilhouden.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

RSI
Een tennisarm is een voorbeeld van RSI. RSI is een verzamelnaam voor klachten aan spieren die ontstaan door te vaak achter elkaar dezelfde beweging te maken. Het kan ook ontstaan door een statische houding (een houding die lange tijd hetzelfde is) en door steeds dezelfde kracht uit te oefenen op dezelfde plaats. Met een goede houding en voldoende rust kun je de kans op RSI verminderen.

Slide 7 - Tekstslide

Blessures aan botten
Door valpartijen kunnen botbreuken ontstaan. Op röntgenfoto’s zijn botbreuken goed te zien. Voor een goede genezing moeten de twee helften van het bot in de goede stand aan elkaar vastgroeien. Als de bothelften scheef staan, moeten ze worden ‘gezet’ (in de goede stand brengen). Dit gebeurt meestal met een gipsverband. Als dat niet lukt, worden schroeven of platen in de botten aangebracht.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voetbalknie
In het kniegewricht zit een stukje kraakbeen dat meniscus heet. Als het lichaam draait terwijl het onderbeen blijft staan, kan de meniscus scheuren. Dat noem je een voetbalknie. Meestal zijn dan ook het gewrichtskapsel en de kapselbanden (de kniebanden of de kruisbanden) beschadigd. Soms is rusten voldoende om het kniegewricht te laten genezen. Een enkele keer moet de gescheurde meniscus operatief worden verwijderd.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Kneuzing
Een kneuzing is een beschadiging van weefsel zonder dat er iets is gescheurd of gebroken. Dit kan komen door een stoot, een stomp of een trap. Het weefsel zwelt op doordat er een inwendige bloeding plaatsvindt. Er hoopt zich vocht op in het weefsel. Dit heet een bloeduitstorting: er ontstaat een blauwe plek. Door ijswater op de gekneusde plek te doen, worden de zwelling en de inwendige bloeding minder. Het doet daarna ook minder pijn. Door rust geneest de blessure. Soms is een drukverband nodig.

Slide 12 - Tekstslide

Verzwikking
Een verzwikking (of verstuiking) is een kneuzing van een gewricht. Bij het verzwikken van je voet rekken het gewrichtskapsel en de kapselbanden van je enkel te ver uit. Ze kunnen zelfs scheuren. Je hebt dan ‘gescheurde enkelbanden’. Ook kan het kraakbeen in de enkel beschadigd raken.

Slide 13 - Tekstslide

Ontwrichting
Bij een ontwrichting schiet de gewrichtskogel uit de gewrichtskom. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als je verkeerd op je arm valt. Je arm schiet dan uit de kom. Een arts moet de gewrichtskogel van het opperarmbeen dan weer op zijn plaats brengen in de gewrichtskom van de ellepijp.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Blessures voorkomen
Je kunt zelf veel doen om een sportblessure te voorkomen. Voordat je gaat sporten, kun je een warming-up doen. De spieren krijgen dan meer bloed en zuurstof en worden warmer. Dit voorkomt blessures. Er moet niet te veel tijd zitten tussen de warming-up en de wedstrijd of de training.

Na het sporten gaat je bloed langzamer stromen. Daardoor hopen zich in je spieren afvalstoffen op. Door na het sporten een cooling-down te doen, worden de afvalstoffen sneller uit je spieren afgevoerd. Hierdoor krijg je minder spierpijn. Ook kan het bloedvatenstelsel weer in een ruststand gaan.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de tekst van T5 BS6 (5.6)

Maak de opdrachten van T5 BS6 (5.6)

Maak de test jezelf van T5 BS6 (5.6), groen = goed

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk komende weken
Volgende les: HO Erfelijkheid en evolutie inleveren. Niet ingeleverd is een O in magister = blijven zitten (ook als je het vak laat vallen). 

Volgende week: T5 basisstof 1 t/m 6 alle opdrachten + alle test jezelf zijn afgerond. 12 taken in totaal dus!

Slide 18 - Tekstslide