Herhaling proefwerkweek

Wat is het verschil tussen de directe en de indirecte rede?
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is het verschil tussen de directe en de indirecte rede?

Slide 1 - Open vraag

Herhaling directe rede en gebruik van de komma


Je leest straks vijf zinnen. Een aantal zinnen is correct en een aantal ook niet. Aan jou de uitdaging. Kies het juiste antwoord.

Slide 2 - Tekstslide

‘Als je dat leuk vindt,’ zei Elout tegen Janneke, ‘mag je wel meevliegen naar Hamburg in Duitsland’
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Waarom?
‘Als je dat leuk vindt,’ zei Elout tegen Janneke, ‘mag je wel een keer met me meevliegen naar Hamburg of Kiel in Noord-Duitsland.

Slide 4 - Tekstslide

“Dat de KRO-gids zo weinig verkocht wordt valt me erg tegen,” zei Helen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Waarom?
 “Dat de KRO-gids zo weinig verkochtwordt valt me erg tegen,” zei Helen.

Slide 6 - Tekstslide

Op de kermis zijn leuke attracties: een draaimolen, een achtbaan, botsautootjes en een reuzenrad.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Renate van der Velde vroeg haar man: ‘Gaan we dit jaar weer eens naar Ameland op vakantie, Ruud.’
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Waarom?
Renate Van der Velde vroeg haar man: ‘Gaan we dit jaar weer eens naar Ameland op vakantie, Ruud?

Slide 9 - Tekstslide

'Ik eet geen appel', zei Jeroen, want daar ben ik allergisch voor.'
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Waarom?
'Ik eet geen appel', zei Jeroen, 'want daar ben ik allergisch voor.'

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak het werkblad over de directe rede.

Slide 12 - Tekstslide

antwoorden
1. 'Ik heb zin in de zomervakantie', zegt mijn broertje.
2. 'Heeft iedereen het formulier voor de barbecue ingevuld?', vraagt de mentor.
3. Tim fluistert: 'Ik heb geen zin in deze les.'


Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden
4. Helen roept naar de klas: 'Denk aan jullie gymkleren!'
5. 'Ik heb het warm.' zegt mijn broertje. 'Daarom wil ik eerder naar bed.'
6. 'Wie komt er allemaal?', vraagt de oma van Jodie. 'Dan kan ik daar rekening mee houden.'

Slide 14 - Tekstslide

Ontleedzinnen
Draai het blaadje om en ontleed de zinnen met de tekens.

Slide 15 - Tekstslide