Als anderen iets zeggen over jouw handelen, prestaties of gedrag is er sprake van ontvangen van feedback.
Feedback gaat over de manier waarop iemand zich gedraagt en/of handelt. Feedback gaat niet over de persoon zelf.
basisboek hfst. 19
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Aan de slag
1. Maak opdracht 19.08 (A en B)
op blz. 358 van het basisboek.
Schrijf je antwoorden op. Je mag elke docent kiezen.
2. Maak opdracht 19.11 van het basisboek (alleen A)
Bereid dit eerst voor door je antwoorden op te schrijven.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe zet je dit in op stage?
Slide 6 - Tekstslide
Geef op de juiste manier feedback:
Je hebt het erg naar je zin op stage.
Je begeleider vraagt aan het eind van de dag of je het naar je zin hebt.
Slide 7 - Tekstslide
Geef op de juiste manier feedback:
Je hebt het niet naar je zin op stage.
Je begeleider vraagt of je het naar je zin hebt.
Slide 8 - Tekstslide
Geef op de juiste manier feedback:
Er is 1 kind in de groep/klas die lastig gedrag vertoont waarbij je weet niet goed hoe je daar mee om moet gaan.
Je begeleider vraagt hoe je zelf vindt hoe de omgang met het kind gaat.
Slide 9 - Tekstslide
Geef op de juiste manier feedback:
Je gaat de dag voorbereiden op stage.
Jouw begeleider heeft jou hiervoor een aantal taken gegeven maar zonder verdere uitleg. Je weet niet goed wat al die taken inhouden en wat je moet doen. Hierdoor heb je niet alles goed uitgevoerd.