Hij wilde graag sonnetten schrijven,
woorden schikken in een klassieke vorm.
Zinnen die bij hun lezers zouden beklijven,
ze wikken en wegen volgens de norm.
Maar het liefst wilde hij lekkere wijven,
om te beminnen, in Harderwijk of Benidorm.
Hij zocht ze op stranden, die naakte lijven,
om ze desnoods te verdoven met chloroform.
Hij was niet bij machte er één te versieren.
Een heerlijke meid of lekkere del?
Hij wist het telkens te verstieren.
Floor, Sandra, Annabel, Pia of Nel,
ze wezen hem af, die vervelende klieren.
Maar sonnetten schrijven, dat lukte hem wel!