6.4 Klimaatgebieden en plantengroei

Welkom bij wereldplein
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij wereldplein

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Aan het einde van deze les weet je:
  •  Het verschil tussen de begrippen weer en klimaat.
  • Waardoor er verschillende klimaten zijn.
  • Welke 5 klimaatgebieden er zijn.
  • Welke 5 plantenzones er zijn en hoe dit er uit ziet. 

Slide 3 - Tekstslide

CHECK
  • Wat hebben we de vorige les gedaan?
  • Opdrachten gemaakt?
  • Blauwe stukjes gelezen?
  • Begrippen onderstreept?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Waar denk je aan bij de foto?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Link

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
A
Het is het zelfde
B
Het weer is klimaat over een lange periode
C
Het klimaat is weer over lange periode
D
Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

Slide 8 - Quizvraag


‘Het regent en er komt later mist.’
A
Weer
B
Klimaat

Slide 9 - Quizvraag

In Nederland is de gemiddelde temperatuur tussen 1920 en 2010 met 1,6 graad gestegen. Dit hoort bij:
A
Weer
B
Klimaat

Slide 10 - Quizvraag

'Spanje heeft zachte winters en zeer warme zomers. In de zomer valt er weinig neerslag'. Dit gaat over het ..... in Spanje.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 11 - Quizvraag

Weer en klimaat
Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Korte termijn: weer
Lange termijn: klimaat



Slide 12 - Tekstslide

Weer en Klimaat

Weer

  • De temperatuur, neerslag, zonneschijn, bewolking en wind op een plaats voor een korte periode

Neerslag

  • Regen, sneeuw, hagel en mist

Klimaat

  • Als je kijkt naar het weer in een groot gebied over een lange tijd

Klimaatgebieden

  • Er zijn op aarde 5 grote gebieden waar het weer op elkaar lijkt.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom zijn er verschillende klimaten?
  1. Verschil in breedteligging.

  2. Ligging dicht bij of ver van de zee.

  3. Verschil in hoogteligging.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Breedteligging

Slide 16 - Tekstslide

Ligging bij zee
  • Zeewater warmt minder snel op dan land. 
  • Gebied in de zomer aan zee: koele lucht. 
  • Winter: zeewater warmer dan land. -> regen. 

Slide 17 - Tekstslide

Hoogteligging = Hoe hoger hoe kouder

Slide 18 - Tekstslide

klimaatgebieden

Slide 19 - Tekstslide

De 5 klimaten
- Tropisch klimaat
- Droog klimaat
- Zeeklimaat
- Landklimaat
- Koud klimaat

Slide 20 - Tekstslide

Plantenzones
1. Tropisch Regenwoud
2. Steppe en woestijn
3. Loofbos
4. Naaldbos
5. Toendra

Slide 21 - Tekstslide

Tropisch klimaat.
Warm en veel neerslag

Tropisch regenwoud

Slide 23 - Tekstslide

Droog klimaat
Warm en weinig neerslag.

Steppe en woestijn

Slide 24 - Tekstslide

Zeeklimaat
Zachte winters en koele zomers. Veel neerslag.
Loofboom

Slide 25 - Tekstslide

Landklimaat
Warme zomers en koude winters
Naaldbos

Slide 26 - Tekstslide

Koud klimaat
Het vriest hier het grootste deel van het jaar.
Toendra en ijs

Slide 27 - Tekstslide

Plantenzones
  • Dicht bij de evenaar: Tropisch regenwoud.
  • Grasvlakte zonder bomen: Steppe
  • Geen, of weinig begroeiing: woestijn
  • Bos met bomen die blad verliezen: loofbos
  • Dennenbomen en sparrenbomen: naaldbos
  • Mos, struiken gras in koud klimaat: toendra

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
droog klimaat
C
zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 30 - Quizvraag

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Zeeklimaat
D
Koud klimaat

Slide 31 - Quizvraag

Welk klimaat zie je op de afbeelding?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
landklimaat
D
Koud klimaat

Slide 32 - Quizvraag

5. Sleep de juiste kenmerken bij de volgende klimaten:
Zeeklimaat
Landklimaat
Milde zomers
Warme zomers
Milde winters
Vooral veel regen
Koude winters
Sneeuw in de winter

Slide 33 - Sleepvraag

Klimaat met weinig neerslag
Klimaat met zachte winters en koele zomers
Klimaat waar het vaak vriest
Klimaat met hoge temperaturen en veel neerslag
Klimaat met warme zomers en koude winters
Zeeklimaat
Landklimaat
Tropisch klimaat
Droog klimaat
Koud klimaat

Slide 34 - Sleepvraag

Zet de plantenzones op de juiste plaats in de kaart.
Toendra
Tropisch regenwoud
Loofbos
Woestijn
Naaldbos
Steppe

Slide 35 - Sleepvraag

Slide 36 - Tekstslide

Invloed van de zee
Zomer: Zeewater wordt niet snel warm. Daarom is de zeewind in de zomer koel.

Winter: Zeewater is warmer dan het land. Zeewind brengt dan vocht naar het land = regen


Slide 37 - Tekstslide

Simpel....
Diep in de aarde is het heet.
Hoe verder je naar buiten gaat, hoe kouder het is...
Bergen zijn dus koud!

PleinM maken:
blz. 65 opdr. 1, 2, 3, 4, 6, 7, 9, 11, 12

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

Maak een Power Point over één van de vijf klimaten
Wat moet erin? zie opdracht in WORD!

  • Titel -  de naam van het klimaat, jullie eigen namen
  • Informatie over dat klimaat (temperatuur, wanneer zomer/winter, neerslag, stormen)
  • Welke plantenzone hoort er bij jullie klimaat 
  • 3 landen waar dit klimaat is. 
  • 3 afbeeldingen van gebieden met dit klimaat.
  • 2  vragen om te controleren of je klasgenoten nu ook genoeg over jullie klimaat weten.

Slide 40 - Tekstslide

Tweetallen maken

Slide 41 - Tekstslide

Aan de slag!
Klaar? maken 6.4 Herhaling blz.70

Slide 42 - Tekstslide