Een docent vraagt aan drie leerlingen een eigenschap van de luchtpijp te noemen.
Romee antwoordt: ‘De luchtpijp vertakt zich in bronchiën.’
Sam antwoordt: ‘De luchtpijp ligt tussen de wervelkolom en de slokdarm.’
Zlatan antwoordt: ‘De luchtpijp kan afgesloten worden door de huig.’
Welke leerling geeft, of welke leerlingen geven een goed antwoord op de vraag van de docent?