21221013 Van A2 naar B1 les 6

• MBO

13 oktober 2021 les 6

Wat doen we vandaag:

• Lezen is heel goed voor het uitbreiden van je woordenschat
• Herhalen woorden van afgelopen maandag
• Dictee met werkwoorden
•  Lezen / moeilijke woorden bespreken
• Vaste combinaties werkwoorden met zelfstandig naamwoord of met een vast voorzetsel
• Schrijfopdracht (uitleg)
• Oefenen spreken 

Woordenschat herhaling

en

Dictee

Lezen en moeilijke woorden

Vanaf Bladzijde 26

Pauze

Pauze

Vaste combinatie zelfstandig naamwoord en werkwoord

Bladzijde 38 

Zelfstandig naamwoord = mensen, dieren en dingen; je kunt er de/het/een (lidwoorden) voorzetten.

Het huis, de man, de straat, de koe, het varken, het feest etc.

Werkwoorden: geven actie/handeling aan (wat er gebeurt) en geven de tijd aan waarin deze actie zich afspeelt. (tegenwoordige of verleden tijd)

Vaste combinatie werkwoord en voorzetsel

Bladzijde 39

Voorzetsel: Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. 

Bijvoorbeeld: voor, achter, naast, in, op, door, over, uit, boven, onder, om, tegen, aan, binnen, buiten, langs, tijdens, sinds, bij, tot, zonder, met, behalve, naar, na, via, per, tegen...........

Schrijfopdracht:

Stuur mij een mailtje over een zelf gekozen onderwerp.

Bijvoorbeeld over de les, over vakantie, over de herfst, over een nieuwsbericht of een boek.

Gebruik in je tekst verleden tijd, voltooid deelwoord en tijdwoorden.

Voorbeeld: bladzijde 25 en/of bladzijde 37 in het boek

[e-mail]

Spreekoefening eerst blz. 41 t/m 43