In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
N&T
Herhaling
snelheid omrekenen
Stopafstand berekenen
Nieuw
Veiligheid
Ik weet:
Wat botsen is,
Hoe je verwondingen kunt voorkomen ,
Welke veiligheidsmiddelen een auto heeft,
Wat je zelf aan veiligheid kunt doen
Slide 1 - Tekstslide
Snelheden omrekenen
Slide 2 - Tekstslide
Als je snelheden wilt omrekenen van km/h naar m/s, moet je delen met 3,6. Reken 200 km/h om naar m/s
A
56 m/s
B
65 m/s
C
720 m/s
D
5,6 m/s
Slide 3 - Quizvraag
Als je snelheden wilt omrekenen van m/s naar km/h, moet je vermenigvuldigen met 3,6. Reken 41 m/s om naar km/h
A
1,14 km/h
B
1476 km/h
C
14,76 km/h
D
147,6 km/h
Slide 4 - Quizvraag
reactietijd
Slide 5 - Tekstslide
reactieafstand
Slide 6 - Tekstslide
wat is de remweg?
Slide 7 - Tekstslide
1
Stopafstand
2
Slide 8 - Tekstslide
De reactietijd wordt vergroot door:
A
gladde weg
B
snelheid van de auto
C
medicijngebruik
D
massa van de auto
Slide 9 - Quizvraag
Je snelheid wordt groter. Wat gebeurt dan met je reactietijd?
A
Je reactietijd wordt groter
B
je reactietijd wordt kleiner
C
je reactietijd blijft hetzelfde
Slide 10 - Quizvraag
Als je snel rijdt, is je reactietijd korter
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
De reactieafstand wordt groter als je sneller rijdt.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met reactieafstand?
A
de tijd je aflegt tijdens de reactieafstand
B
de afstand die je aflegt in de reactietijd
C
de stop- en reactie afstand samen
D
de reactie tijd en stopafstand samen
Slide 13 - Quizvraag
Wat heeft invloed op de remweg?
A
gebruik van medicijnen
B
handsfree bellen
C
het moment dat het verkeerslicht op rood springt
D
het profiel van de banden
Slide 14 - Quizvraag
stopafstand is :
A
Reactieafstand
B
Reactieafstand + Remweg
C
Remweg
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent gemiddelde snelheid?
A
Dat het de werkelijke snelheid is op het moment zelf.
B
Een snelheid die is berekend over een bepaalde afstand en tijd.
C
De snelheid die je hebt op het midden van de afstand
Slide 16 - Quizvraag
Bereken de gemiddelde snelheid van een fietser die 10 km in een half uur fietst.
A
10 km/h
B
20 km/h
C
30 km/h
Slide 17 - Quizvraag
WAT IS BOTSEN?
Bij een botsing verandert In een korte tijd een aantal dingen:
De snelheid wordt ineens kleiner
De beweging verandert van richting
De auto verandert van vorm
De constructie van een auto is zodanig gemaakt dat de botsing zo lang mogelijk duurt. Daardoor is de botsing minder heftig.
Slide 18 - Tekstslide
VEILIGHEDEN
De meeste veiligheden zijn ervoor bedoeld om de schadelijke gevolgen van een botsing te verkleinen.
Zo hebben helmen, kreukelzones, airbags, vangrails, bokshandschoenen, judomatten en schuimzolen allemaal dezelfde functie, namelijk het afremmen van een plotselinge beweging doordat de vorm makkelijk kan veranderen.