Woensdag 18 mei
1 / 13
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Samengestelde zin
Enkelvoudige zin
Vandaag leer ik over samengestelde zinnen.
Ik ga naar school, omdat ik slim wil worden.
Ik kan een moeilijke en lange samengestelde zin herkennen.
Deze stof vind ik makkelijk en ik hoef niet veel te leren.
Slide 2 - Sleepvraag
Wat zijn kenmerken van samengestelde zinnen?
A
Er staan een aantal woorden met hoofdletters in de zin.
B
Er staan twee persoonsvormen in.
C
Er staat een signaalwoord of voegwoord in.
D
De zin bestaat altijd uit een hoofdzin en een bijzin.
Slide 3 - Quizvraag
Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Bram voetbalt en hij zit op tafeltennis.
B
Door de vele fietsers in de stad kan de tram lastig rijden.
C
Na de kerstvakantie begint het nieuwe kalenderjaar.
D
Terwijl ik op de bus wachtte, werd ik nat gespetterd door een auto.
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een samengestelde zin?
A
Ik wil nog blijven, maar het mag niet van mijn moeder.
B
Ik wil graag naar huis toe lopen.
C
Wij gaan op de fiets naar school of ik rij met mijn moeder mee.
D
De school heeft door corona veel lesuitval.
Slide 5 - Quizvraag
gez.:
Mijn moeder heeft een bril gekocht.
Mijn moeder heeft een bril gekocht.
Slide 6 - Open vraag
Hoe vind je het onderwerp van een tekst?
A
Kijken naar het plaatje
B
Kijken naar de titel
C
Kijken naar de hele tekst
D
Kijken naar de inleiding
Slide 7 - Quizvraag
Een tekst bestaat uit drie delen.
Welk deel hoort niet in het rijtje thuis?
Welk deel hoort niet in het rijtje thuis?
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
D
titel
Slide 8 - Quizvraag
Is de stelling waar?
Tussenkopjes helpen je om deelonderwerpen te vinden.
Tussenkopjes helpen je om deelonderwerpen te vinden.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
