Thema 3.4 Les ... Winkelformule/-concept, assortiment, verpakking en etiket

Thema Voeding
Les 7b: Winkelformule/-concept, assortiment,
verpakking en etiket
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Groentechnische wereldMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema Voeding
Les 7b: Winkelformule/-concept, assortiment,
verpakking en etiket

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt met voorbeelden verschillende begrippen uitleggen die bij winkelformule en assortiment horen

Je kunt een etiket lezen, de belangrijkste onderdelen benoemen en uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
Dagelijks eet je verschillende producten. Veel van deze producten worden ‘op het land’ gekweekt en grootgebracht zoals:

  • koeien voor melk, kaas en vlees
  • aardappelen voor chips en patat
  • graan voor brood
  • enz.

Slide 3 - Tekstslide

Winkelvormen voor agrarische producten

Slide 4 - Tekstslide

Noem minimaal één winkelvorm voor agrarische producten

Slide 5 - Open vraag

De winkelvormen uitgelegd
Soms zijn winkelvormen onderdeel van een winkelketen. Dat zijn bedrijven met meerdere vestigingen met dezelfde uitstraling/winkelformule bv. Jumbo, Intratuin, Hema, enz.


Elke winkelvorm werkt volgens een bepaalde winkelformule / winkelconcept . Dat is de vorm/inrichting/aanpak/tactiek van een winkel om hun producten te verkopen.

Slide 6 - Tekstslide

3 onderdelen van de winkelformule

1. De doelgroep, een groep mensen met specifieke kenmerken, wensen en behoeften waarop je de winkel afstemt. 

2. De marktpositie, een winkel die zich hoog in de markt positioneert, voegt extra diensten (zoals advies, service, en winkelsfeer) toe aan de artikelen; klanten zijn bereid daarvoor meer te betalen.

3. De marketingmix, die bestaat uit product, prijs, plaats, promotie, presentatie en personeel.

Slide 7 - Tekstslide

Korte uitleg van enkele begrippen
Assortiment zijn alle artikelen die een winkel verkoopt.
Een assortiment kan per winkel verschillen.


Breed assortiment → heel veel verschillende productgroepen.
Smal assortiment → maar één of enkele productgroepen.
Diep assortiment → veel varianten van een productgroep.
Ondiep assortiment → weinig varianten van een productgroep.

Slide 8 - Tekstslide

Korte uitleg van enkele begrippen
De prijs van artikelen in een winkel kan hoog of laag zijn.


Het imago is hoe de klanten over een winkel denken, bijvoorbeeld duur of vakkundig.

De sfeer is hoe een winkel ‘voelt’, bijvoorbeeld gezellig of afstandelijk.

Slide 9 - Tekstslide

Korte uitleg van enkele begrippen
De klantenbinding zijn acties of service om de klant steeds weer terug te laten komen, bijvoorbeeld een spaarkaart voor korting op je volgende aankoop bij de Welkoop.

De doelgroep zijn de groep mensen waarop een winkel zich richt, bijvoorbeeld jongeren.

Slide 10 - Tekstslide

De supermarkt met het breedte assortiment is:
A
De buurtsuper in Eibergen
B
De Aldi in Vorden
C
De Coop in Borculo
D
De AH in Neede

Slide 11 - Quizvraag

De prijs voor een pot Calvé pindakaas 650g met stukjes is lager bij de Jumbo dan bij AH
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Slechtste imago
Gemiddeld imago
Beste imago

Slide 13 - Sleepvraag

Welke winkel heeft de prettigste sfeer?
Greutink Lochem of Welkoop Borculo

Slide 14 - Poll

Opdracht:

Individueel maken:
Opdracht etiket ontleden

Weet jij met welke termen wat bedoeld wordt?

Slide 15 - Tekstslide