Laatste les voor toets - Spelling, woorden en formuleren

Welkom!
In deze les:
-Boekbespreking Jodi
-Oefenen voor toets dinsdag
Let op: Volgende week dinsdag toets Spelling H4 , woorden H4 en formuleren 

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
In deze les:
-Boekbespreking Jodi
-Oefenen voor toets dinsdag
Let op: Volgende week dinsdag toets Spelling H4 , woorden H4 en formuleren 

Slide 1 - Tekstslide

Boekbespreking 
Jodi

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen spelling H4
- Voltooid deelwoord als BN
-Tegenwoordig deelwoord als BN
- Koppelteken 
- weglatingsteken
- apostrof - trema - accent

Slide 3 - Tekstslide

Gebruik het voltooid deelwoord als BN
de (beschreven) geschiedenis

Slide 4 - Open vraag

Gebruik het voltooid deelwoord als BN
een (vertellen) mythe

Slide 5 - Open vraag

Gebruik het voltooid deelwoord als BN
Veel (opsommen) feiten

Slide 6 - Open vraag

Gebruik het voltooid deelwoord als BN
De (incarneren) Dalai Lama

Slide 7 - Open vraag

Gebruik het voltooid deelwoord als BN
Het (opvoeden) kind

Slide 8 - Open vraag

Gebruik het tegenwoordig deelwoord als BN - De (binnendringen) rovers

Slide 9 - Open vraag

Gebruik het tegenwoordig deelwoord als BN - De (vluchten) moeder

Slide 10 - Open vraag

Gebruik het tegenwoordig deelwoord als BN - een (verwarren) ervaring

Slide 11 - Open vraag

Wat is het ww als BN - let op betekenis
ieder (leven) wezen

Slide 12 - Open vraag

Wat is het ww als BN - let op betekenis
het (beteugelen) kwaad

Slide 13 - Open vraag

Wat is het ww als BN - let op betekenis
het (zuiveren) ritueel

Slide 14 - Open vraag

Wat is het ww als BN - let op betekenis
(nalaten) geschriften

Slide 15 - Open vraag

Schrijf de koppeltekens op de juiste plaats:
brutoinkomen
A
bruto inkomen
B
bruto-inkomen
C
brutoin-komen

Slide 16 - Quizvraag

Schrijf de koppeltekens op de juiste plaats:
chefkok
A
chef kok
B
chef-kok

Slide 17 - Quizvraag

Schrijf de koppeltekens op de juiste plaats:
coouder
A
co-ouder
B
coöuder
C
coo-uder

Slide 18 - Quizvraag

Schrijf de koppeltekens op de juiste plaats:
een tweetje
A
een tweetje
B
een-tweetje

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf de koppeltekens op de juiste plaats:
huis tuin en keuken middel
A
huis, tuin, en keukenmiddel
B
huis, tuin, en keuken middel
C
huis, tuin, en keuken-middel
D
huis-tuin-en-keukenmiddel

Slide 20 - Quizvraag

Schrijf de koppeltekens op de juiste plaats:
jip en janneke taal
A
jip-en-janneke-taal
B
jip- en janneketaal
C
jip-en-janneketaal

Slide 21 - Quizvraag

Schrijf de koppeltekens op de juiste plaats:
maag darm stelsel
A
maag-darm-stelsel
B
maag-darmstelsel

Slide 22 - Quizvraag

schrijf waar nodig weglatingstekens:
bikinislipje en topje

Slide 23 - Open vraag

schrijf waar nodig weglatingstekens:
wind en watersport

Slide 24 - Open vraag

schrijf waar nodig weglatingstekens:
dames, heren en kinderfietsen

Slide 25 - Open vraag

Waar schrijf je een apostrof?
A
s middags
B
s zomers

Slide 26 - Quizvraag

Waar schrijf je een apostrof?
A
Jesses vader
B
Jessys vader

Slide 27 - Quizvraag

Waar schrijf je een apostrof?
A
Alex vader
B
lisas vader

Slide 28 - Quizvraag

Extra dingen om te leren voor de toets:

Woorden - quizlet H4 https://quizlet.com/_6mtddb 
Spelling H4 - opdrachten site
Formuleren: 
extra grammatica H2 - opdracht 6 en 7
extra grammatica H5 - opdracht 2 en 6

Succes!

Slide 29 - Tekstslide