H9 cirkels en cilinders

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De omtrek van een cirkel kun je nauwkeurig berekenen
met de formule: ... x ... = omtrek cirkel.
A
straal × π= omtrek cirkel
B
diameter × π × π=omtrek cirkel
C
diameter × π = omtrek cirkel
D
straal × straal ×π=omtrek cirkel

Slide 6 - Quizvraag

omtrek cirkel = π x diameter



Bereken de omtrek van de cirkel

A
314 cm
B
78,5 cm
C
15,7 cm
D
31,4 cm

Slide 7 - Quizvraag

omtrek cirkel = π x diameter


Bereken de omtrek van de cirkel
A
28,3 cm
B
113 cm
C
9,4 cm
D
18,8 cm

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de omtrek van deze cirkel?
A
200,96cm2
B
25,13cm
C
12,56cm
D
50,24cm2

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin past bij jou?
A
Ik snap de uitleg
B
Ik wil graag extra uitleg

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van de cirkel?
A
4 x 4 = 16 cm²
B
4 x 4 x π = 50,3 cm²
C
8 x 8 x π = 201,1 cm²
D
8 x π = 25,1 cm²

Slide 15 - Quizvraag


oppervlakte cirkel = straal x straal x π


Bereken de oppervlakte van de cirkel
A
28,3 cm²
B
113 cm²
C
9,4 cm²
D
18,9 cm²

Slide 16 - Quizvraag

Oppervlakte cirkel = straal x straal x π


Bereken de oppervlakte van de cirkel

A
314 cm²
B
78,5 cm²
C
15,7 cm²
D
31,4 cm²

Slide 17 - Quizvraag

Ik snap hoe ik de oppervlakte van de cirkel moet bereken.
A
Ik ga beginnen met 9.2 opgave 14
B
Ik ga eerst vragen stellen

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe bereken je de inhoud van deze cilinder?
A
1X1XπX4
B
2X2XπX4
C
2x4
D
2x2x4

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de inhoud van
deze cilinder
A
829 dm3
B
415 dm3
C
2488 dm3
D
9953 dm3

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de inhoud van dit blik?
A
366,4cm3
B
2198,6cm3
C
91,6cm3
D
549,7cm3

Slide 26 - Quizvraag


Wat is de inhoud van deze cilinder?

A
ongeveer 2309 dm3
B
ongeveer 577 dm3
C
ongeveer 1237 dm3
D
ongeveer 4948 dm3

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Een liter is.......
A
1000ml
B
100ml
C
10ml
D
1ml

Slide 30 - Quizvraag

Een liter is een inhoudseenheid.
Wat is gelijk aan een liter?
A
ml
B
dm
C
cc
D
dm³

Slide 31 - Quizvraag

2 liter = ... ?
A
2 cm³
B
2 dm³
C
2 mm³
D
2 m³

Slide 32 - Quizvraag

3500 liter=
A
35dm3
B
3500000ml
C
35m3
D
geen van alle

Slide 33 - Quizvraag

1,7 liter =
A
1,7 cl
B
170 cl
C
17 cl

Slide 34 - Quizvraag

3 liter =
A
30 dm³
B
30 cm³
C
3000 cm³
D
0,003 dm³

Slide 35 - Quizvraag

In deze emmer kan 8 liter, wat is gelijk aan 8 liter?
A
7cm3
B
7dm3
C
8cm3
D
8dm3

Slide 36 - Quizvraag

Van liter naar centiliter
A
moet je delen door 10
B
moet je delen door 100
C
moet je vermenig-vuldigen met 10
D
moet je vermenig-vuldigen met 100

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Doel:
Je kan de inhoud van een samengesteld figuur berekenen.
Wat ga je doen?
A
Ik werk in het boek
B
Ik werk online
C
Ik heb nog vragen

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Tekstslide

  • Doel: inhoud berekenen van samengestelde figuren
  1. Maken socrative
  2. Maken 9.5 / Verlengde instructie
  3. Herhalen hfd 9: 
8 of meer goed: gemengde opdrachten (blz 112 en 113)
6 of 7 goed: test jezelf (blz 106 en 107)
5 of minder goed: extra oefening (blz 108 t/m 111)

  • Kraak de code (vanaf 11.25u)
Doel: 
  • inhoud berekenen van samengestelde figuren
  • herhalen hoofdstuk 9 cirkels en cilinders.

Slide 42 - Tekstslide