lj3 Taalverzorging hoofdstuk 4

Lesopbouw
  • Taalverzorging hoofdstukken 1, 2 en 3 zijn af.
  • Vragen over deze hoofdstukken?

  • Korte instructie hoofdstuk 4
  • Opdrachten hoofdstuk 4
  • Zelfstandig werken - gezamenlijk
  • Huiswerk


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Lesopbouw
  • Taalverzorging hoofdstukken 1, 2 en 3 zijn af.
  • Vragen over deze hoofdstukken?

  • Korte instructie hoofdstuk 4
  • Opdrachten hoofdstuk 4
  • Zelfstandig werken - gezamenlijk
  • Huiswerk


Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
Deze hoofdstukken zijn af. Wie niet?
Nog vragen?

Antwoordbladen worden einde van deze les via SOM gemaild.

Verder met hoofdstuk 4

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 4

De persoonsvorm in samengestelde zinnen.

Slide 3 - Tekstslide

DOEL


- Je kunt de persoonsvorm in samengestelde zinnen correct spellen.


Slide 4 - Tekstslide

PERSOONSVORM IN SAMENGESTELDE ZINNEN


Je weet nu hoe je de persoonsvormen en onderwerpen kunt vinden in samengestelde zinnen, maar hoe spel je ze goed?



Slide 5 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van de persoonsvorm:

(Loop / liep) jij straks naar het evenement of (neem / nam) jij de bus?
A
loop / neem
B
loop / nam
C
liep / neem
D
liep / nam

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de persoonsvorm:

Op de veiling gisteren (biedt / bood) mijn oom op een schilderij, maar een andere koper (heeft / had) een hoger bod.
A
biedt / heeft
B
biedt / had
C
bood / heeft
D
bood / had

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de persoonsvorm:

Wanneer mijn tante naar Amerika (verhuist / verhuisde), (neemt / nam) ze haar huisdieren mee.
A
verhuist / neemt
B
verhuist / nam
C
verhuisde / neemt
D
verhuisde / nam

Slide 8 - Quizvraag

PERSOONSVORMEN

IN EEN SAMENGESTELDE ZIN

Zet de zin in een andere tijd:

Je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom. 

De werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvormen.


VOORBEELD:

Lotte denkt dat haar cijfer een voldoende is.


Lotte dacht dat haar cijfer een voldoende was.

Slide 9 - Tekstslide

PERSOONSVORMEN

 IN SAMENGESTELDE ZINNEN

Juist spellen van de persoonsvormen:

- Controleer of het werkwoord een persoonsvorm is

- Kijk of het werkwoord in de tegenwoordige tijd (tt) of in de verleden tijd (vt) staat

- Kijk naar het onderwerp om te zien of de pv enkelvoud (ev) of meervoud (mv) is

- Vul de juiste vorm van het werkwoord in


Slide 10 - Tekstslide

We kijken de volgende video's 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm:

Het sportshirt (zitten) nog in mijn tas, maar ik (zullen) het zo in de wasmachine stoppen.

Slide 14 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm:

Toen de brandweer (arriveren), (takelen) de brandweerlieden de vrachtwagen snel uit de sloot.

Slide 15 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm:

De president van Rusland (komen) volgende week naar Nederland en dan (ontmoeten) hij onze koning.

Slide 16 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm:

Gisteren (repareren) de fietsenmaker mijn fiets, maar nu (zijn) de ketting alweer kapot.

Slide 17 - Open vraag

Lees zin 1

Slide 18 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden in zin 1.

Slide 19 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden in zin 2.

Slide 20 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden in zin 4.

Slide 21 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden in zin 7.

Slide 22 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden in zin 9.

Slide 23 - Open vraag

Huiswerk volgende week
De opdrachten 1, 2 en 3 van hoofdstuk 4 zijn af. 

Volgende week de hoofdstukken 5 en 6.

De week erna P.T.A. Taalverzorging alle 6 hoofdstukken. 

Slide 24 - Tekstslide