4.04 t/m 4.05 Grammatica

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands op blz. 199 met je schrift.


Slide 2 - Tekstslide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Tekstslide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je de tot nu toe geleerde zinsdelen benoemen;
- kun je de tot nu toe geleerde woordsoorten benoemen;

Slide 4 - Tekstslide

Verdiept arrangement:
Alex 
Kijk of je de uitleg begrijpt, anders meedoen met de rest vandaag.
Huiswerk noteren + maken:
Les: 4.4 t/m 4.7
blz.: 199 t/m 205
opdr.: 1 t/m 9

Slide 5 - Tekstslide

Mini-check
Quiz mee

Slide 6 - Tekstslide

Welke woordsoort is onderstreept?
De makkelijkste woordsoort vind ik het lidwoord.
_________________
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord

Slide 7 - Quizvraag

Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Morgen geeft hij een cadeautje aan zijn oma.'
A
3 zinsdelen
B
5 zinsdelen
C
4 zinsdelen
D
6 zinsdelen

Slide 8 - Quizvraag

Zinsdelen
Hoeveel zinsdelen heeft de zin?
'Op 11 mei starten de scholen weer.'
A
4 zinsdelen
B
5 zinsdelen
C
3 zinsdelen
D
6 zinsdelen

Slide 9 - Quizvraag

Wie maakt wat:
Iedereen doet mee met de instructie:

les 4.4 t/m 4.5, opdr. 1 t/m 3 blz. 199 t/m 200.

De rest doet mee met de instructie.

Slide 10 - Tekstslide

4. Instructie
Dadelijk lees je het verhaal 'De boot'. 
Daarna maak je opdracht 1 op blz. 191. Deze beantwoord je in je schrift. 
Opdracht 2 doe je zelfstandig in je schrift.

Slide 11 - Tekstslide

herhaling zinsdelen
persoonsvorm
- zin in andere tijd zetten. 
- zin vragend maken. 
(    )
onderwerp
wie / wat + pv
(    ) 
werkwoordelijk gezegde
Alle andere werkwoorden in de zin. PV hooft daar ook bij, maar die krijgt geen extra teken. 
{    }
lijdend voorwerp
wie / wat + wwg + onderwerp
_________
meewerkend voorwerp

aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp

Slide 12 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 4.4 t/m 4.7 blz. 199 t/m 205, opdr. 1 t/m 9.

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 

Slide 13 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V, B, I: Lees en maak les 4.4 t/m 4.7 blz. 199 t/m 205, opdr. 1 t/m 9.

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 14 - Tekstslide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 15 - Tekstslide

Ik ken de verschillende zinsdelen en woordsoorten nu wel.
010

Slide 16 - Poll

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 17 - Tekstslide