Herhaling tijdvak 3 en 4

22 april - Toets hst 3 en 4

13.30 tot 14.30 pz 1

Digitale leerlingen:
Vul het schema in van de investituurstrijd ( zie opdrachten teams)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

22 april - Toets hst 3 en 4

13.30 tot 14.30 pz 1

Digitale leerlingen:
Vul het schema in van de investituurstrijd ( zie opdrachten teams)

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van steden en staten 
1000-1500


4.3 De paus en de kruistochten
- Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel  de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben 
- De uitbreiding van de christelijke wereld buiten Europa, onder andere in de vorm van de kruistochten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt de verschillen uitleggen tussen wereldlijke en geestelijke macht.
- Je kunt met voorbeelden uitleggen waarom en hoe zowel de keizer als de paus streefde naar vergroting van zijn macht.
- Je kunt uitleggen waardoor en hoe het machtsstreven van de paus leidde tot het Oosters Schisma
- Je kunt uitleggen waardoor en hoe het machtsstreven van de paus leidde tot conflicten met de keizer en koningen zoals de Investituurstrijd
- Je kunt de oorzaken en gevolgen van de kruistochten beschrijven
- Je kunt het verband leggen tussen het Oosters Schisma en de kruistochten

Slide 3 - Tekstslide

Zet deze gebeurtenissen in chronologische volgorde. 
A. Keizer van Byzantium vraagt Paus om hulp.
B. Kruisvaarders dringen Jeruzalem binnen.
C. Turkse moslims veroveren Jeruzalem.
D. Paus roept Christenen op om een kruistocht te organiseren.
A
B
C
D

Slide 4 - Sleepvraag

Totaal waren er 9 kruistochten. In de bekendste kruistochten streden Richard Leeuwenhart en Saladin tegen elkaar.
De vierde kruistocht eindigt in Constantinopel

Slide 5 - Tekstslide

Gevolgen van kruistochten
economisch - introductie van luxe producten uit Midden-Oosten in Europa (specerijen!)
religieus - meer macht (en bezit) voor christelijke kerk
cultureel - de introductie van Arabische kennis in Europa; herintroductie van klassieke kennis in Europa


Slide 6 - Tekstslide

Kruistochten in Europa
Ook in Europa worden andersgelovigen niet langer getolereerd.
 De Islamitische heersers worden door christenen verdreven uit Spanje en Portugal (Reconquista)
De Joden worden massaal vervolgd en ook de volken in het noordoosten van Europa worden bekeerd

Slide 7 - Tekstslide

Wat is geen gevolg van de kruistochten?
A
Kruisvaarders staten bleven niet in christelijke handen
B
Een definitieve breuk tussen Westerse en Oosterse kerk
C
Een uitwisseling van kennis tussen Arabieren en Europeanen
D
Blijvend bondgenootschap tussen Franken en Byzantijnen

Slide 8 - Quizvraag

Herhaling tijdvak 3 en 4

Slide 9 - Tekstslide

Welke gebeurtenis wordt gezien als het einde van de Oudheid en het begin van de Middeleeuwen?
A
De Germaanse volksverhuizingen in Europa.
B
De ondergang van het West-Romeinse Rijk.
C
De ondergang van het Oost-Romeinse Rijk.
D
Het begin van de regeerperiode van Karel de Grote.

Slide 10 - Quizvraag

Hoofdonderwerpen tijdvak 3
Monniken en ridders (500-1000)
- Het ontstaan van het hofstelsel en de horigheid
- Het ontstaan van het feodale stelsel
- Opkomst van de Islam
- Verspreiding van het christendom in Europa

Slide 11 - Tekstslide

Het ontstaan van de horigheid is een ontwikkeling op voornamelijk
A
economisch gebied
B
politiek gebied
C
sociaal gebied
D
cultureel gebied

Slide 12 - Quizvraag

Het ontstaan van het hofstelsel is een ontwikkeling op voornamelijk
A
economisch gebied
B
politiek gebied
C
sociaal gebied
D
cultureel gebied

Slide 13 - Quizvraag

Het ontstaan van het feodale stelsel is een ontwikkeling op voornamelijk
A
economisch gebied
B
politiek gebied
C
sociaal gebied
D
cultureel gebied

Slide 14 - Quizvraag

Het ontstaan van de islam is een ontwikkeling op voornamelijk
A
economisch gebied
B
politiek gebied
C
sociaal gebied
D
cultureel gebied

Slide 15 - Quizvraag

De verspreiding van het christendom in Europa is een ontwikkeling op voornamelijk
A
economisch gebied
B
politiek gebied
C
sociaal gebied
D
cultureel gebied

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een hulpje van hem.

Slide 17 - Quizvraag

Hoofdonderwerpen tijdvak 4
Steden en staten (1000-1500)

- Terugkeer en bloei van de steden
- Het ontstaan van staan van staten
- De paus en de kruistochten


Slide 18 - Tekstslide

De feodale heer geeft de stad zijn stadrechten omdat;
A
hij behoefte heeft aan geld
B
het stedelijke leger groter is dan zijn leger
C
het moet van de koning (die een centralisatieproces op gang brengt
D
hij voor zijn voorziening van eten afhankelijk is van de stad

Slide 19 - Quizvraag

Welk antwoord kan dienen als voorbeeld bij het Kenmerkende Aspect "Het begin van staatsvorming en centralisatie"
A
De heer eist van de horige boer dat deze zijn land niet verlaat
B
De koning stuurt zijn broer mee op kruistocht
C
De koning maakt een eigen leger met huurlingen
D
Karel de Grote voert het feodalisme in

Slide 20 - Quizvraag

Verliep het proces van centralisatie van de macht van de vorst succesvoller in Frankrijk of Engeland? Leg uit waarom.

Slide 21 - Open vraag

Waar of niet waar:
Als de Duitse keizer een bisschop tot leenman benoemt, ondermijnt hij indirect de afspraken van het Concordaat van Worms
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

heb je nog vragen over tijdvak 3 of 4?

Slide 23 - Woordweb