Woordenschat: stijlfiguren
Repetitio of herhaling:
– Plus geeft meer, veel meer.
Enumeratio of opsomming:
– Merel houdt van aardbeien, kersen, frambozen en bessen, kortom: van fruit.
Opsomming in drieën, een opsomming van drie woorden.
– Ze verlangden naar vrede, vrijheid en geluk.
Drieslag, een vaste combinatie van een opsomming in drieën:
– Ik kwam, zag en overwon.
Climax, een steeds sterker wordende reeks:
– Jij bent de liefste van het land, van Europa, van de wereld.
Omgekeerde climax, een steeds zwakker wordende reeks:
– In de dagbladen liepen de meningen over de film uiteen van subliem, geweldig, wel aardig tot matig, stomvervelend.