4.1 deel 2 embryonale ontwikkeling

4.1 deel 2
embryonale
ontwikkeling
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.1 deel 2
embryonale
ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

De groei en ontwikkeling van een embryo vindt plaats in de baarmoeder. Deze bestaat uit een dikke gespierde wand, die met slijmvlies is bekleed.
De vagina heeft een zeer rekbare wand. Bij geslachtsgemeenschap komt de penis in de vagina. Het kind komt via de vagina ter wereld.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Waardoor vindt transport van een eicel in een eileider plaats?

A
de eicel heeft een zweepstaart waarmee het kan "zwemmen"
B
de baarmoeder 'zuigt' de eicel naar zich toe door een soort vacuüm
C
door spierbewegingen van de eileider en trilhaarbewegingen op de binnenwand van de eileider
D
de eicel verplaatst zich met de bloedstroom

Slide 4 - Quizvraag

Wat gebeurt er met een eicel die niet wordt bevrucht?
A
De eicel wordt afgebroken en de resten worden opgenomen door de eileider
B
De eicel verlaat samen met de menstruatie, via de vagina, het lichaam
C
De eicel wordt 'vernietigd' in de baarmoeder
D
De eicel gaat weer terug naar de eierstok

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

bevruchte eicel
Klievingen starten in de eileider !!
Tijdens het transport door de eileider wordt het klompje cellen niet groter door klievingsdelingen.

Pas na innesteling in het baarmoederslijmvlies kan het klompje cellen VOEDINGSSTOFFEN opnemen wat nodig is voor de groei.

Slide 7 - Tekstslide

BINAS 76A
Opeenvolging van snelle celdelingen (mitose) 
na de bevruchting.

Cellen ondergaan S (DNA-synthese) en M (mitose) fasen van de celcyclus

Bijna geen G1 en G2, dus het embryo wordt niet groter

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bron 2 - pag 120   = BINAS 86E

Slide 10 - Tekstslide

  • Blastula: blaasje waaruit embryo bestaat
  • Embryoblast: klompje cellen in blastula holte
  • Trofoblast: buitenste laag van cellen vormt deel placenta -> maakt HCG
  • Kiemschijf: cellen groeien uit tot kind
  • Dooierblaasje (blastocyste): vorming eerste bloedcellen (later lever/beenmerg)
  • Amnionholte: vult zich met vruchtwater
  • Vruchtvliezen: amnion en chorion

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waaruit ontstaat de placenta?
A
Trofoblast
B
Embryoblast
C
Kiemschijf
D
Blastocyste

Slide 13 - Quizvraag

Bron 3 - pag 121   = BINAS 86E

Slide 14 - Tekstslide

BINAS
86E

Slide 15 - Tekstslide

Zijn bij een embryo van de mens de vruchtvliezen gevormd door de moeder of door het embryo?
En de navelstreng?
A
Zowel vruchtvliezen als navelstreng door de moeder.
B
De vruchtvliezen door de moeder en de navelstreng door het embryo.
C
De vruchtvliezen door het embryo en de navelstreng door de moeder.
D
Zowel vruchtvliezen als navelstreng door het embryo.

Slide 16 - Quizvraag

Twee uitspraken:
Mieke zegt: De navelstrengslagader vervoert bloed van het
kind af naar de moeder
Dave zegt: De navelstreng bevat 2 slagaders en 1 ader
Wie heeft gelijk?
A
beide hebben gelijk
B
Mieke heeft gelijk
C
Dave heeft gelijk
D
beide hebben ongelijk

Slide 17 - Quizvraag

Maak DEZE oefening en DEZE oefening mbv je BINAS
Bron 4 pag 122 = geen toetsstof

Huiswerk = 4.1 bestuderen en maak opdracht 1 t/m 7

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide