H3 - adjectives and adverbs

Learning Targets:

  • I can explain the difference between an adjective and an adverb

Programme:

  1. Grammar explanation
  2. Grammar exercises 
  3. Check



1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Learning Targets:

  • I can explain the difference between an adjective and an adverb

Programme:

  1. Grammar explanation
  2. Grammar exercises 
  3. Check



Slide 1 - Tekstslide

Adjectives
Een adjective (bijvoeglijk naamwoord) zegt iets over een noun (zelfstandig naamwoord)

The wet dog
That is such a good song!

Slide 2 - Tekstslide

Adverbs
Een adverb (bijwoord) zegt iets over:
- een adjective (bijv. nw) -> The extremely wet dog
- een verb (werkwoord) -> My brother chews loudly
- een andere adverb -> My brother chews very loudly
- de hele zin -> Unfortunately, I was late for class

Slide 3 - Tekstslide

How to make an adverb
Een adverb maak je door -ly achter een adjective te zetten
proud -> proudly quick -> quickly

Soms verandert er iets in de spelling. Als het woord eindigt op:
- een l, komt er een extra l voor -ly -> beautiful -> beautifully
- een y, verandert de y in een i -> easy -> easily

Slide 4 - Tekstslide

How to make an adverb
Als het woord eindigt op:
- le, verandert deze in ly -> incredible -> incredibly
- ic, komt er -ally achter het woord -> organic -> organically

Er zijn ook onregelmatige adverbs. Deze leer je uit je hoofd. (page 139)

Slide 5 - Tekstslide

In conclusion

Slide 6 - Tekstslide

Exercises
Learning Target
I can explain the difference between an adjective and an adverb
What
.....
How
Individually
Time
+/- 20 minutes
Done?
Do 2 texts in ReadTheory

Slide 7 - Tekstslide

Adjectives and adverbs
The garden is .....
A
astonishingly beautiful
B
astonishingly beautifully
C
astonishing beautiful
D
astonishing beautifully

Slide 8 - Quizvraag

Adjectives and Adverbs
It rains ...
A
Terrible
B
Terribly

Slide 9 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
They make ......... bread.
A
deliciously
B
delicious

Slide 10 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
The garden is .....
A
beautiful
B
beautifully

Slide 11 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
He dances ......
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 12 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
She sings.....
A
beautiful
B
beautifully

Slide 13 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
The concert is .....
A
terribly
B
terrible

Slide 14 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
She dances ......
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 15 - Quizvraag