th1c 29 mei

th1c  29 mei
WELKOM

Pak je pen, tekstboek, schrift, leesboek, agenda

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

th1c  29 mei
WELKOM

Pak je pen, tekstboek, schrift, leesboek, agenda

Slide 1 - Tekstslide

                     Stil lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

formuleren blz. 220/221 
  • zelfstandige naamwoorden zijn de- of het-woorden.
  • de-woorden zijn vrouwelijk of mannelijk (staat in het woordenboek achter het woord (m) of (v)
  • het-woorden zijn onzijdig (o)

  • bij de-woorden gebruik je deze of die: de/deze/die jongen
  • bij het-woorden gebruik je dit of dat: het/dat/dit boek

Slide 3 - Tekstslide

  • ga naar itsL, methodes, kies Nieuw Nederlands
  •  ga naar cursus 8, paragraaf 2 (mannelijk, vrouwelijk en onzijdig) en maak alle opdrachten

  • wanneer je klaar bent, sluit je de computer af
  • ga lezen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord of een paar woorden waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
geldverspilling
B
energieverspilling
C
het weggooien van eten
D
de Weggooitest

Slide 6 - Quizvraag

Wat doe je bij oriënterend lezen?
A
Je leest de titel en tussenkopjes
B
Je bekijkt de tekst en leest het eerste stukje van de tekst
C
Je leest de inleiding en het slot
D
Je bekijkt de afbeeldingen bij de tekst

Slide 7 - Quizvraag

De hoofdgedachte is
A
het onderwerp van het artikel.
B
de mening van de schrijver.
C
het belangrijkste wat de schrijver zegt over de bijzaken.
D
het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Slide 8 - Quizvraag

De kernzin in een alinea is:
A
De eerste zin
B
De tweede zin
C
De laatste zin
D
Meestal A, maar ook soms B of C

Slide 9 - Quizvraag

WAT IS DE KERNZIN VAN DE ALINEA?
A
Een man in Amerika heeft een stripboek gevonden dat nog meer geld had kunnen opbrengen dan het nu doet.
B
Het stripboek is erg zeldzaam: het is de eerste Superman-strip uit 1938.
C
Als het stripboek nog heel was, had het veel meer geld opgebracht.

Slide 10 - Quizvraag

  • ga naar itsL, methodes, kies Nieuw Nederlands
  • ga naar cursus 1, meer dan lezen
  • kies dan paragraaf 8, meer lezen
  • maak opdracht 2, alle vragen
  • mag met de buurman/buurvrouw
  • ben je klaar? sluit de laptop af en lever die in
  • ga lezen!

Slide 11 - Tekstslide