Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica woordsoorten H4,5 en 6
Goedemorgen bruggers
Zet je camera aan
Zwaai even als ik je naam noem
Meld je vast aan voor de LessonUp (code linksonder in beeld)
1 / 35
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
35 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Goedemorgen bruggers
Zet je camera aan
Zwaai even als ik je naam noem
Meld je vast aan voor de LessonUp (code linksonder in beeld)
Slide 1 - Tekstslide
1 havo/vwo
Grammatica Woordsoorten H4,5,6:
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord
voorzetsel
bijwoord
Slide 2 - Tekstslide
wat weet je nog
welke woordsoorten hebben we behandeld?
Slide 3 - Tekstslide
Woordsoorten
vorige week
Slide 4 - Woordweb
Ik zag twee beren broodjes smeren.
ZAG =
A
zelfstandig werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
hulpwerkwoord
Slide 5 - Quizvraag
Ik zag twee beren broodjes smeren.
BEREN =
A
zelfstandig werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
hulpwerkwoord
Slide 6 - Quizvraag
Ik zag twee beren broodjes smeren.
BROODJES =
A
zelfstandig werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
hulpwerkwoord
Slide 7 - Quizvraag
Ik zag twee beren broodjes smeren.
SMEREN =
A
zelfstandig werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
hulpwerkwoord
Slide 8 - Quizvraag
Dit zijn de vragende voornaamwoorden:
Slide 9 - Open vraag
Wat is GEEN aanwijzend voornaamwoord
A
Zulke
B
Daar
C
Dit
D
Deze
Slide 10 - Quizvraag
Voorzetsels
Je kent ze misschien als 'kastwoorden'
Noem drie voorbeelden van voorzetsels:
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeelden van
voorzetsels
Slide 12 - Woordweb
Slide 13 - Tekstslide
Maar ook:
sinds
tijdens
met
namens
ondanks
Slide 14 - Tekstslide
Wat is GEEN voorzetsel
A
En
B
Van
C
Tussen
D
Door
Slide 15 - Quizvraag
Wat is GEEN voorzetsel
A
Op
B
Tijdens
C
Maar
D
Van
Slide 16 - Quizvraag
BIJWOORD
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Waarom het het BIJ-woord
Het geeft extra informatie over:
-over een werkwoord
-een ander bijwoord
-over een bijvoeg. nw
-de plaats
-de tijd
Slide 19 - Tekstslide
Let op
een bijwoord lijkt soms op een bijvoeglijk naamwoord, maar een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord en een bijwoord niet:
– Hidde kan
goed
(bw) pianospelen (zww).
– De labyrintrenner is een
goed
(bn) boek (zn).
Slide 20 - Tekstslide
Voorbeeld 1
Hij loopt hard.
Het bijwoord is
hard
-> het zegt iets over het werkwoord lopen.
(Hoe loopt hij?)
Slide 21 - Tekstslide
Voorbeeld 2
Hij loopt heel hard.
het bijwoord is
heel
-> het zegt iets over het andere bijwoord hard.
(Hoe hard loopt hij?)
Slide 22 - Tekstslide
Voorbeeld 3
's Morgens ga ik altijd naar de wc.
bijwoord is
's morgens
-> het zegt iets over de tijd
(wanneer)
Slide 23 - Tekstslide
Oefenen!
Beantwoord de meerkeuzevragen:
Slide 24 - Tekstslide
Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 25 - Quizvraag
Zelfverzekerd is een....
A
zelfstandig naamwoord
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 26 - Quizvraag
Aardig
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
Slide 27 - Quizvraag
Hij tekent een BIJZONDER mooie auto.
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
Slide 28 - Quizvraag
Het GROENE bankje staat op het gras.
A
voorzetsel
B
aanwijzend vnw
C
bijwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 29 - Quizvraag
het HELE groene bankje staat op het gras
A
bijwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
hulpwerkwoord
Slide 30 - Quizvraag
Ik kijk uit HET raam.
A
lidwoord
B
zelfstandig nw
C
aanwijzend vnw
D
bijwoord
Slide 31 - Quizvraag
Een bijwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
A
juist
B
onjuist
Slide 32 - Quizvraag
In de zin 'Hij tekent een heel mooie auto' is het woord HEEL een:
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
Slide 33 - Quizvraag
Het bijwoord geeft info over....
Slide 34 - Woordweb
Aan de slag met de planning
via de site van Nieuw Nederlands
(SOM-Nederlands-leermiddelen)
Slide 35 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Woordsoorten H6 vz en bw
Maart 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
week 1: H1D woordsoorten H5 vz + H6 bw
Januari 2021
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
bijwoord
Maart 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Woordsoorten H6 vz en bw
Maart 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
bijwoord
Juni 2022
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Woordsoorten 6
September 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
E voorzetsel en bijwoord les 1 en 2
Februari 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
W23 NE 1G Grammatica H6 Les 1
Mei 2020
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1